Een ander kostuum! En een andere hoed! In een notendop is dat het verschil tussen de passage van Elvis Costello woensdag in de AB en die een dag later in het Koninklijk Circus. Zowel met begeleidingsband The Imposters en zijn Spectacular Spinning Songbook, als moederziel alleen op het podium toonde Declan Patrick MacManus zich een begenadigd entertainer, die een hele zaal even vlot in beweging als muisstil krijgt.
Een grondiger vergelijkend warenonderzoek — in elk van ons schuilt een beetje Ivo Mechels — leert dat er toch ook behoorlijk wat verschillen waren. Niet alleen lag de temperatuur in de AB een pak hoger en telde de set donderdag in het Koninklijk Circus een nummer meer (29 vs. 30, sowieso een indrukwekkende tweeënhalf uur), ook de sfeer op en voor het podium lag beide avonden mijlenver uit elkaar. Woensdag kreeg Costello rugdekking van The Imposters — en twee energieke danseressen, de ene nog afgrijselijker gekleed dan de andere — en stond het podium afgeladen vol met allerlei gimmicks, terwijl hij donderdag op zijn dooie eentje het Koninklijk Circus trotseren mocht, enkel geruggensteund door een klein arsenaal gitaren. En een ukelele, jawel.
Die overdaad aan toeters en bellen zorgde woensdag in de AB voor een heerlijk entertainende show, waarbij meer dan eens een danske geplaceerd werd, maar die nooit echt tot op het bot ging. Het indrukwekkende Spinning Songbook — wij vragen ons af hoe dat in de tourbus raakt — leverde een afwisselende set op, met klassiekers als "Radio, Radio" en "Watching the Detectives" — snedig als altijd — en ook een aantal minder bekende pareltjes. "All This Useless Beauty" werd opgedragen aan een koppel dat ietwat onwennig op het podium stond te dralen en "Almost Blue" zong Costello met een korrel in de stem, en aanhoorden wij met een krop in de keel.
Op het rad was ook plaats gelaten voor enkele covers: naast een makke versie van Prince's "Purple Rain" waaruit alle tragiek weggezogen leek, onthouden wij vooral Costello's interpretatie van "Cry, Cry Cry" van Johnny Cash en de amusante anecdote over The Man in Black die ermee gepaard ging. Onder zijn alter ego Napoleon Dynamite praatte Costello de avond vlot aan elkaar, en slaagde hij er met bolhoed en wandelstok ook in om de raddraaiers meteen op hun gemak te stellen wanneer ze op het podium uitgenodigd werden. Wanneer ook nog eens "Oliver's Army," een geweldig "Alison" en persoonlijke favoriet "Indoor Fireworks" de revue passeerden, is het geen wonder dat de tweeënhalf uur voorbij vlogen voor we het goed en wel beseften.
Maar tegelijkertijd wringt daar ook het schoentje, want het zijn vooral de lichtjes, danseressen en talloze geintjes in de bindteksten die ons achteraf zijn bijgebleven, niet zozeer de muziek. Die stond dan weer wel centraal een dag later, wanneer Costello het Koninklijk Circus trakteerde op wederom tweeënhalf uur uit zijn oeuvre. Solo ditmaal, en dat bleek zowel voor het publiek als voor de zanger zelf een verademing te zijn. Costello was een pak minder gejaagd en nam de tijd om zijn nummers tot de laatste noot te spelen, en ze daarna zelfs nog even te laten bezinken.
Hits als "Watching the Detectives" of "Everyday I Write the Book" — die mijmerende blik in zijn ogen! — kregen in hun uitgeklede versie een extra dimensie en door de karige begeleiding werden ook Costello's dichterlijke talent en tekstuele spitsvondigheden in nummers als "New Amsterdam" of "Brilliant Mistake" extra in de verf gezet. De soloformule toonde zich echter pas echt de juiste keuze wanneer Costello minder bekende nummers aanhief. Niet alleen kreeg hij voor dit dankbare publiek alle ruimte om ook deze te spelen, oorlogsaanklacht "Tramp the Dirt Down" of het gloednieuwe "For More Tears" — "The fighting's been going on for more than 100 years now, and it's only gotten worse" — met Costello aan de piano sneden ook echt door merg en been.
Drie bisrondes werden het uiteindelijk — voorafgegaan door twee staande ovaties — en wanneer Elvis Costello een laatste keer terug op het podium verscheen, was dat onder begeleiding van toetsenist Steve Nieve om zo samen voor de ultieme apotheose te zorgen. Waar publiekslieveling "I Want You" een dag eerder nog een verplicht nummertje leek, bliezen Costello en de ondergewaardeerde Nieve ons ditmaal achterover met een subliem samenspel tussen piano en gitaar. De tragiek die het nummer in hun uitgesponnen versie uitademde, valt niet anders te beschrijven dan als eenvoudigweg hartverscheurend. "Everything else is a waste of breath."
|