Geen ongelukkiger huwelijk dan een huwelijk tussen klassieke muziek en pop, in de meeste gevallen levert het slechts bombast, kitsch of andere moeilijk verteerbaar klankbrouwsels op. Alleen daarom al is de geslaagde samenwerking tussen Elvis Costello en het Brodsky Quartet op The Juliet Letters welbeschouwd een klein wonder.
Beide partijen bleken fans van elkaar en ook anderszins is Costello's keus wel verklaarbaar, van alle klassieke bezettingen vertoont een kwartet strijkers immers de meeste overeenkomsten met een gewone popgroep. En hadden de Beatles met 'Eleonor Rigby' en Yesterday' niet al bewezen dat combinaties heel mooi kunnen zijn? Costello ging zelfs nog een stapje verder en liet ook de akoestische gitaar achterwege.
Het resultaat klinkt hier verrassend puur; muziek die ver verwijderd staat van zijn laatste albums, die bijna bezweken onder de uitgebreide instrumentatie en de produktioneile overdaad. Costello's indringendste liedjes waren altijd al de eenvoudigste, of het liu de scherpgesneden popsongs uit zijn beginperiode betrof, of de latere ballads.
The Juliet Letters is een song-cyclus, gebaseerd op een krantebericht over een Italiaanse geleerde die imaginaire brieven aan Shakespeare's Julia beantwoordde. Dat klinkt behoorlijk pretentieus en eigenlijk is het dat ook, maar afgezien van enkele tenenkrommende songs, waarin Costello al te eclectisch uit de hoek probeert te komen, wringt het nergens.
De negentien "brieven' — liefdesbrieven, afscheidsbrieven, kettingbrieven, een zelfmoordbrief — laten zich genieten als gewone popsongs van twee, drie minuten. Ze staan ook minder ver van Costello's andere werk af dan je wellicht zou denken.
Elvis Costello and The Brodsky Quartet
The Juliet Letters Warner
|