Amsterdam Telegraaf, February 18, 1978

From The Elvis Costello Wiki
Jump to navigationJump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.
... Bibliography ...
727677787980818283
848586878889909192
939495969798990001
020304050607080910
111213141516171819
202122232425 26 27 28


Amsterdam Telegraaf

Netherlands publications

Newspapers

Magazines

Online publications


European publications

-

Nick Lowe


translate
   Jip Golsteijn

"Smijt het erop en gooier peper in"

In het Indonesische restaurant neemt Nick Lowe een hapje van zijn eten, schuift onder onduidelijk gemompel onmiddellijk het bord ver van zich af en gaat vervolgens door met waarmee hij naar verluidt al de hele dag bezig is geweest, namelijk het met grote hoeveelheden innemen van alcohol. De uit slechts enkele woorden bestaande kat en die hij uitdeelt aan een in tweed meegereisde employé van WEA Records die Radar in Engeland distribueert, lijkt Lowe's reputatie als een niet buitengewoon maatschappelijk ingestelde zonderling te bevestigen.

Eerder op de avond heeft Jake Riviera — die zoals bekend zelden of nooit om een aardige „one liner" voor de pers verlegen zit — al tegen me gezegd dat Nick Lowe hem doet geloven dat er wellicht toch een soort Opperwezen bestaat, omdat het geen toeval kan zijn dat zo'n zonderling als Lowe zich door middel van één groot talent in de popjungle kan handhaven.

Als iedereen ervan overtuigd is dat hij het dreigement om nog voor het eerste interview in drie jaar en elkaar te storten zal waarmaken, blijkt midden in de nacht opeens dat hij die opmerkelijke eigenschap óm zich juist op tijd bij elkaar te kunnen rapen deelt met vele van zijn Engelse collega's. Met onverminderde snelheid wodka-tonics innemend formuleert hij anderhalf uur lang op hoogst overtuigende manier zijn visie op de popmuziek. Hierbij de weergave van het gesprek met een veteraan van 28.

„Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat al die geheimzinnigheid rond mijn persoon geen uitstekende reclame is geweest, maar het is een feit dat ik niet bewust aan mijn mystieke imago heb gewerkt. Ik heb drie jaar geen interviews gegeven, omdat ik absoluut biets te zeggen had en bovendien de platen die ik in die tijd heb gemaakt niet zo geweldig goed vond. Bovendien is er geen lol aan om met de Engelse muziekpers te praten, want elk woord wordt op een goudschaaltje gelegd en tien jaar later word je nog letterlijk gehouden aan een uitspraak die je ooit in een dronken bui deed. Wat dat betreft is promotiewerk zoals ik dat nu doe op het continent oneindig veel leuker, want vrijwel niemand kent me hier en ontmoet geen enkel vooroordeel".

„Dat optreden in de Hope and Anchor was gewoon het terugbetalen van een ereschuld. Vijf jaar geleden woonde de hele band van Brinsley Schwarz in een huis in Noord Londen dat op een gegeven moment ten offer viel aan een of ander idioot saneringsplan en afgebroken moest worden. Fred Grainger, de eigenaar van de Hope and Anchor, heeft ons toen letterlijk in leven gehouden door ons onderdak in de zaak te bieden en ons kleine klusjes te laten doen, zoals het laden en lossen van de bierauto's, het schoonmaken van de bar en het vullen van de sigarettenautomaat.

Hysterisch

Toen de Hope and Anchor wegens financiële moeilijkheden dreigde te sluiten, hebben tientallen muzikanten die er ooit hun debuut hebben gemaakt een benefiet-shows gegeven. Ik was gewoon een van de velen, maar omdat die zogenaamde mystificering al een tijdje aan de gang was, kreeg de hele affaire iets hysterisch".

„Die drie jaar dat ik „weggeweest" ben, was natuurlijk ook een geldkwestie. Ik had simpelweg geen geld om een studio te huren en muzikanten te betalen. Bovendien wist ik niet wat ik muzikaal precies wilde. De muziek die ik altijd had gemaakt en die ik altijd zal willen blijven maken, lag absoluut niet in de markt.

Ouderwets, achterhaald, ordinair, dat was het wel zo'n beetje voor de media. Pas na Elvis, lan Dury en Graham Parker ben ik ook weer in de mode gekomen". „Nee, ik beschouw mezelf helemaal niet als een produktief songschrijver. Ik schrijf misschien één song in de drie weken en dan verschillen ze vaak nog zo van elkaar dat het lijkt of er verschillende componisten aan te pas zijn gekomen. Sommige zouden zo op het Eurovisie Songfestival gezongen kunnen worden, andere zijn weer onzinnige „comedy songs" en ik heb reeksen kinderliedjes. Maar ik haal het natuurlijk niet bij iemand als Elvis die soms drie songs per dag schrijft, waarvan er dan één heel aardig, één heel goed en één briljant is. Die produktiviteit van mij is dus ook een mythe. Het lijkt heel wat omdat ik zo'n tijd niets van me heb laten horen en alles op heb kunnen sparen".

„Ik maak nooit wat af als ik er door Jake (Riviera, mede-oprichter van Stiff Records en vertrouwensman annex manager van Lowe, J. G.) of iemand anders niet toe gedwongen word. Als ik een song geschreven heb, ga ik de studio in en maak een vluchtige demo met drums, . bas en gitaar achter mijn enkelvoudige zang.

Vervolgens leg ik het bandje weg en vergeet het geheid. Ik maak er tegenwoordig een gewoonte van die bandjes aan iemand te geven, dan gebeurt er misschien nog wat mee, want al heb ik mijn interesse voor de song dan totaal verloren, dat betekent nog niet dat hij niet goed is".

„Ik heb ook geen geheugen. Man, dat is verschrikkelijk. Soms haalt iemand een anekdote op uit de tijd van Brinsley Schwarz, iedereen lacht zich dan te pletter bij de herinnering en ik weet niet waar het over gaat! Ik voel me op dat soort momenten een volslagen idioot en uit betrouwbare bron heb ik meermalen vernomen dat ik dan ook zo kijk". ---

Briljant
„Dat is waar. Ik wilde in principe maar één keer met een bepaalde artiest werken en daarna nooit weer. Maar ik ben ervan afgeweken voor Elvis Costello. Die man is zo briljant, aan zijn uitingen wil ik gewoon deel hebben, hoewel er geen lol aan is om met hem te werken. Hij is bloedserieus, nooit ontspannen en zijn gevoel voor humor verdwijnt in de studio spoorloos. Bovendien is hij bereid uren te vechten voor een miniem detail waarover we van mening verschillen. Maar toch. alles wat Elvis doet, ademt de sfeer van het geniale".

„Ik beschouw mezelf eigenlijk niet als een echte producer. Ik weet niets van de techniek. Ik doe maar wat, zorg voor de juiste werksfeer. Gewoon een beetje loltrappen. De rest regelt de band wel met de technicus. Daar vaar ik blind op”.

„Nu ik succes heb, dreigt het gevaar dat ik mezelf ga herhalen natuurlijk permanent. Bovendien is het natuurlijk verleidelijk om op aanbiedingen van beroemde mensen, die nu opeens willen dat ik hun platen ga produceren, in te gaan. Maar vaak gaat het om mensen die op de terugweg zijn en dat proces trachten te stoppen of althans te vertragen door in zee te gaan met een producer die in de mode is.” „Mijn filosofie is „Bang it down and tart it up". Die eenvoud en de snelheid die al mijn produkties kenmerken, zijn ooit geboren uit financiële noodzaak en nu tot principe verheven. Ik ben ervan overtuigd dat snelheid de „feel" kan doen bewaren. Om dat te garanderen, drijf ik mensen wel eens op tot de grens van wat verantwoord is. Sommige mensen moetje subtiel bewerken om ze tot prestaties te dwingen. Ik lieg en bedrieg desnoods, „so they deliver the goods".

Ik ben net een voetbaltrainer die zijn sterren tegen elkaar uitspeelt, maar omdat ik alleen met vrienden en goeie kennissen werk, zijn er achteraf nooit problemen. Brinsley Schwarz moet je bijvoorbeeld hels maken om hem een topprestatie te ontlokken. Als hij kwaad is, speelt hij fantastisch, terwijl hij normaal wat robotachtig klinkt".

„De Pathway Studio is nauwelijks groter dan een hondehok en er is alleen maar een achtsporeninstallatie. Dat is voor moderne begrippen erg weinig, maar ik doe het er al jaren mee. Met acht sporen moet je in het repetitiestadium gewoon wat harder werken, maar het dwingt je tot eenvoud. Blijkt een tamboerijn nodig dan zit die er ook in. Met 32 sporen natuurlijk ook wel, maar dan vaak als overbodige versiering, uitsluitend om de sporen vol te maken. Acht sporenapparatuur is voor mij voldoende, zestien zou ideaal zijn. Je moet een lijn trekken. Af is af. Ik doe dat in een betrekkelijk vroeg stadium". ---

Drums
„Ik ben erg goed in het opnemen van drums. Dat is mijn enige specialiteit, verder kan ik er niet zo veel van. Maar dat smerige drumgeluid, daar ben ik werkelijk fantastisch in, al zeg ik het zelf. Mijn platen kan je zacht draaien en dan klinken ze nog prima. Dat is bewust zo gecreëerd. Kijk, mensen die platen kopen van Elvis Costello zijn 99 van de honderd keer klein behuisd en ze kunnen zich geen dure installatie veroorloven. Mijn produkties zijn gemaakt voor autoradio's en transistors. Zo maak je de hits".

„Lang geleden, nog voor Brinsley Schwarz, zat ik in een groep die Lunch heette. Brinsley was daar trouwens ook bij. We hebben een paar plaatjes gemaakt, maar het is nooit wat geworden met die dingen. Maar goed, wat ik zeggen wilde: er zat daar een prima producer die heel onpersoonlijk, maar} technisch áf, zo'n single in elkaar puzzelde. Als de opname klaar was, kwam er een oud, kaal kereltje en die mixte alles opnieuw, op één luizig speakertje: Ik haatte dat destijds, maar nou zie ik in dat het dé methode is. Onsubtiel produceren noem ik dat altijd. Maakt grote indruk op leken, die uitdrukking?"'

„Nee, ik heb geen wensen op het ogenblik. Ik werk met wie ik wil werken en andere artiesten heb ik niet op het oog. Ja toch, twee. Ik zou graag een plaat maken met David Bowie. Ik heb nog nooit een elpee van de man gehoord, maar ik vind zijn singles altijd uitstekend en bovendien staat zijn; uiterlijk en zijn image mij erg aan. En ik zou wel willen werken met de Rubettes. Die gasten zijn zo ongelooflijk ordinair bezig, prima. De drummer is een geinponem, daar is volgens mij een grotere ster van te maken dan van die mooie jongen die zingt".

„Nee, zo'n Robert Gordon zie ik totaal niet zitten. Die plaat met Link Wray, helemaal niet slecht hoor, maar ook niets bijzonders. De man is een poseur. Dave Edmunds kan die hele mijnheer Gordon met één hand onder de tafel rocken. Die Yanken hebben het trouwens helemaal niet op het ogenblik. Ze lijken zich te schamen voor rock and roll. Ik heb in Amerika, toen we daar met Rockpile toerden, met verbazing zitten kijken naar die muzikanten in de lounge van de Holiday Inn of zo'n type hotel. Fantastische musici, maar het enige dat je hoort is een engerd die „You're the sunshine in my life" staat te kwijlen. Afgrijselijk. Nee, de Engelsen, voor mij ' zijn die het nog steeds.

Engeland was onleefbaar saai vóór de rock and roll. De mensen die ermee opgegroeid zijn, zijn er nog steeds dankbaar voor. Voor hen is rock een religie".

„Dat gezeur man. Yes, Genesis, 10 CC. Vijf dagen zoeken naar het ideale geluid van een snare-drum. Leukoplast op het vel, jassen in de bass-drum. Daar moet ik allemaal niets van hebben. Drums moeten klinken, rammelen desnoods, maar ze moeten in ieder geval niet afgestopt worden". ---

Mystiek
„Ach jongen, dat cynisme, dat is net zo iets als die mystiek. Gemeier van de Engelse muziekpers. Ik schrijf bijvoorbeeld helemaal niet uit boosheid, zoals Elvis dat kan. Het komt er gewoon zo uit. Ik vind mezelf helemaal niet bitter of wraakzuchtig. En al helemaal niet tegenover de muziekindustrie. Want als je niet van tevoren weet dat een platenmaatschappij vol zit met domme, fantasieloze, bange en totaal corrupte, karakterloze mensen, dan ben je toch gewoon niet goed snik?

Verder is het gewoon een kwestie van al die onbenullen voor je proberen te laten werken. Als je maar wat geduld hebt, lukt dat best. En natuurlijk geen overbodige concessies doen. „Jesus of Cool" willen ze in Amerika veranderen in Pure Pop for Now People. Ze weten niet eens precies waarom hoor, ze vermoeden alleen dat er ergens in Ohio of Indiana wel eens iemand door zo'n titel geschokt zou kunnen zijn. Nou én? Ik bedoel maar, bij mij kan zo'n platenmaatschappij dan lang wachten".

„Meestal komt het melodietje het eerst. In de bus of in de ondergrondse, waar je aandacht toch al gauw afdwaalt. Daar pik ik ook de kreten op die ik gebruik. „Nutted by reality" is er zo een. Dat hoorde ik iemand achter me in de bus zeggen. Prachtige uitdrukking. Zo loop ik dan een paar dagen voor me uit te neuriën. „Nutted by reality, nutted by reality" en dan beginnen de geluiden en de klanken een song te worden. Veel meer dan klanken zijn mijn teksten niet. Ze hebben niet zoveel betekenis. Ze moeten in het geheel passen en het ritme niet verstoren, dat is eigenlijk alles. Als ik dronken ben, heb ik een heel goed gehoor voor zulke dingen, omdat ik dan flarden song geïsoleerd van elkaar kan horen. Ik vind mezelf wel een aardige jongen als ik lam ben. Ik vertrouw mezelf wel. Op acid viel ik uit elkaar, ook als componist maar Nick Lowe en alcohol... Dikke vrienden!"

„Nee, ik dring mijn artiesten nooit een song van mezelf op. Dat zou toch belachelijk zijn? Voor Dr. Feelgood heb ik „That's it, I quit" geschreven omdat ze dat vroegen. El vis zou dat niet doen, hij heeft mijn songs niet nodig. Ik heb hem wel gevraagd of hij een song wilde schrijven voor „Jesus of Cool", maar toen hij er mee aankwam vond ik het hele lied maar niks. De Feelgoods hadden trouwens dezelfde ervaring. Kennelijk klinken Costello-songs in de demoversie te persoonlijk om anderen te overtuigen. De song die hij voor mij heeft geschreven staat nu op „This year's model", zijn nieuwe elpee die we samen gemaakt hebben. En daar klinkt hij wel formidabel! Het nieuwe album is veel toegankelijker, veel minder boosaardig als „My aim is true". ---

Knuffeldier
„Ach, diep in zijn hart is Elvis natuurlijk een knuffeldier. Maar dat zal hij onder geen voorwaarde toegeven. „My aim is true" is een pure love song, maar Elvis heeft in interviews altijd vastgehouden aan twee verschillende interpretaties. „Aim" in verband brengen met een vuurwapen, weet je wel. Alleen maar om niet te hoeven toegeven dat hij in staat is tot liefde en vriendschap. Maar goed, hij wordt heus nog wel eens een keer volwassen. Hij zal op den duur toch wat vriendelijker moeten worden, vooral tegen zichzelf. Hij heeft ook nooit kunnen zeggen dat hij tevreden was met mijn produktie, terwijl die toch een belangrijk onderdeel van het succes van „My aim is true" is gebleken. Elvis heeft bét altijd doen voorkomen alsof hij mij persoonlijk uit een rij van kandidaten heeft gekozen. Terwijl hij geen enkele keus had. Hij mocht blij zijn dat hij mij had! “He was just a kid with glasses!"

„Edmunds is eigenlijk ook zo. Zijn grote probleem is dat zijn zelfvertrouwen soms verdwijnt en maanden wegblijft. Hij wil dat nooit toegeven, dat maakt dat hij dan nog verder wegzinkt en zichzelf van de boze wereld wil isoleren. Die kritiek, dat hij zou stelen van anderen en zo, dat kan hem totaal in de vernieling helpen. Mij niet. Ik geef altijd ronduit toe dat ik jat als de raven. Dat is toch geen schande?

Uiteindelijk is er nog nooit iets in de muziek gedaan dat helemaal door niets en niemand beïnvloed nieuw — was. Engelse punk is de Who anno 1964, Amerikaanse New Wave is de Velvet Underground anno 1965," ABBA is Phil Spector, de Beatles waren vier Everly Brothers, de Stones Muddy Waters en ga zo maar door. Laten we elkaar nou nik wijsmaken! Het Is allemaal pop, simpel en ordinair. En zo hoort het ook!


Tags: Nick LoweRadar RecordsJake RivieraHope And AnchorBrinsley SchwarzIan DuryGraham ParkerStiffDavid BowieDave EdmundsRockpileJesus Of CoolDr. FeelgoodThis Year's ModelMy Aim Is TrueThe WhoThe Velvet UndergroundABBAPhil SpectorThe BeatlesThe Everly BrothersThe Rolling StonesMuddy WatersThe RumourThe DamnedDave Robinson

-
<< >>

De Telegraaf, February 18, 1978


Jip Golsteijn profiles Nick Lowe.

Images

page
Page scan.

Nick Lowe


   Jip Golsteijn

Nick Lowe is een levende legende in de popmuziek. Zes jaar Brinsley Schwarz en even zovele elpee's waarvoor hij de meeste muziek schreef, hebben daar niet zoveel toe bijgedragen als de drie jaar na het uiteenvallen van de groep waarin Lowe van de aardbodem leek te zijn verdwenen.

Dat hij nog wel degelijk tot het land der levenden behoorde, bleek in die periode slechts uit een drie minuten durend optreden tijdens een benefiet-show in de Londense bar Hope & Anchor om dat vermaarde punkpaleis van sluiting te redden. Maar toen was de reeks van geruchten al zo tot legende geworden dat een plotselinge verschijning in levenden lijve alleen maar kon bijdragen tot de mythevorming.

Vorig jaar maakte Nick Lowe een uitermate spectactulaire come-back. Zijn naam verscheen in kleine lettertjes op het label van ‘n debutant die, de sensatie van 1977 zou worden:

Elvis Costello. Lowe produceerde „My aim is true", het begin van een reeks hitalbums die definitief de naam vestigden van Graham Parker & The Rumour, The Damned en Dr. Feelgood. Bovendien richtte Lowe samen met zijn vriend Jake Riviera 't platenmaatschappijtje Stiff Records op dat binnen een jaar de Britse muziekindustrie volkomen verblufte door de ene na de andere onbekende tot ster te bombarderen en op een tournee te sturen die meer dan 100.000 mensen trok.

Stiff werd zo'n begrip dat het Lowe en Riviera al snel te groot werd, waarna ze hun geesteskind zonder meer aan een derde firmant, Dave Robinson, overdeden en zelf Radar Records begonnen. Op dat label komt deze week Nick Lowe's soloplaat uit, een opmerkelijke verzameling van elf popsongs : van hooguit twee en een halve minuut elk en door Lowe zelf geproduceerd volgens zijn beroemd geworden principe: ' Bang it down en tart it up. Smijt het er op en gooi de peper erin.

Eén keer luisteren naar „Jesus of Cool" van Nick Lowe kan slechts tot de conclusie luiden: de beste popplaat van 1978 is naar alle waarschijnlijkheid al gemaakt.

-



Back to top

External links