Amsterdam, Zaterdag
"McCartney moet hebben besloten dat meer dan vier songs van ons samen op zijn laatste plaat
misschien de indruk zou kunnen wekken dat hij
als songschrijver minder produktief zou zijn. Maar
ik vond het een tamelijk onverdraaglijk idee dat
twee van de beste songs uit ons samenwerkings-
verband op de plank zouden blijven liggen. Ik heb
hem gevraagd of hij er bezwaar tegen had dat ik
'So Like Candy' en 'Playboy To A Man' op Mighty Like A Rose zou zetten en
hij zei: „Doe maar, als je op mijn volgende popplaat moet wachten duurt het
nog veel langer voor het publiek ervan hoort..."
Toen wist ik nog niet dat hij
een Semi-officiële live-plaat
zou uitbrengen en dat
oratorium was nog geheim,
hoewel „iedereen" in
Liverpool er alles van wist, of
dacht te weten- Hoe dan ook,
ik kon ze goed gebruiken, zo
kort nadat mijn ziel had
leeggegoten voor "Spike."
Uitgesproken tevreden kijkt
Elvis Costello de kamer rond.
Het hotel, dat twee
Amsterdamse grachten met
elkaar verbindt, mag dan een
favoriet, zijn van de
medewerkster van zijn
platenmaatschappij die
verantwoordelijk is voor de
logistiek van zijn wereld
(promotie) tournees, hij is er
in die loop der jaren zelf ook
behoorlijk dol op geraakt. Hij
drinkt tenminste al tijden niel
op het hotel bij het Centraal Station, waar de
Ierse kamermeisjes hun
landgenoot het bed uit
stofzuigden als hij na een
wilde nacht wilde uitslapen,
omdat zij immers hetzelfde
hadden gedaan en niettemin
om zeven uur hadden moeten
beginnen.
„Zonder haar talent — en de
mazzel mij te zijn
tegengekomen natuurlijk,
haha... — had mijn Caitlin
zon leven kunnen leiden. Ik
was waarschijnlijk zelf blij
geweest met een baantje als
muzikant op de veerboot over
de lerse Zee, net als mijn
vader. Hoewel ik vanaf het
prille begin altijd voor
honderd procent overtuigd
ben geweest van mijn eigen
genialiteit, had ik nooit
gedacht dat ik aan mijn
composities jaarlijks een steeds vetter wordende
cheque over zou houden. Wie
me vijftien jaar geleden had
voorspeld dat ik genoeg voor
een volledige plaat aan songs
met Paul McCartney zou
schrijven, had ik laten
opnemen. Maar Paul en ik
hebben samengewerkt als de
schrijvers in het beroemde
Brill Building in New Vork.
Eerst vakmanschap, dan
inspiratie. In de voetbalsport
hoor je altijd dat je geluk kunt
afdwingen. Zo kan je in de
rock & roll inspiratie
afdwingen."
Rommelen
„We hebben aan de elf songs
die we samen hebben
geschreven niet meer dan vijf
etappes, van drie of viei
dagen elk, gewerkt. Na een dag rommelen met gitaar en
blocnote op schoot nam ik
een cassette mee op de trein
naar Londen. De volgende
dag suggereerde ik bepaalde
veranderingen. Hij had ei
altijd ook wel een paar. Dan
"repareerden" we eerst de
song waaraan we de vorige
dag hadden gewerkt en als
hij klaar was begonnen we
aan de volgende. Maar je
weet natuurlijk niet of we zo
goed waren geweest als
Leiber en Stoller als we elke
dag in een kantoortje zonder
ramen liefdesliedjes vooi Elvis hadden moeten zitten
bedenken." „Het merkwaardige is dat,
hoewel we niet meer zouden
weten wie precies wat
schreef, onze gezamenlijke
songs "McCartney" klinken
als hij ze opneemt en „Costello"
als ik dat doe. Daarom zou
het leuk zijn als ze ooit worden
„gecovered" door anderen.
Het liefst door „echte"
zangers, zoals Joe Cocker,
Ray Charles of Hank Williams Junior."
„Ik ga op tournee met de
band van mijn dromen. Op
het eerste gezicht hebben
mensen als Larry Knechtel,
Jerry Sheff en Pete Thomas
niets met elkaar gemeen dan
dat het allemaal 'mavericks'
zijn, maar ze klinken of ze
altijd met elkaar hebben gespeeld,
en nog Costello-songs
ook! Dat is het resultaat van
ongelimiteerd vakmanschap.
Maar er spreekt ook een
opofferingsgezindheid uit die ik
tot voor kort zelf miste. Misschien was het de frustratie
— de motor waarop "punk"
liep — misschien mijn afkomst — uit een lerse minderheid in een grote Engelse
havenstad — misschien was
het gewoon een weeffout in
mijn karakter. Feit is dat ik
zwaar geïmponeerd ben door
dat zuidelijk aristocratische
van Larry Knechtel en Jerry
Sheff. Ik denk niet dat er
iemand van belang in de rock
& roll is met wie die twee niet
hebben gespeeld, en nu staan
ze met mij op zon prachtig
podium als dat van De Doelen!"
„De punkfilosofie, of wat
daarvoor moest doorgaan,
dicteerde dat een band een
organisch gegroeide
vriendenclub moest zijn,
maar daar was bij The
Attractions geen sprake van.
Het waren jongens die al
jaren een sluipweg in de jungle van de muziek-
industrie zochten en die
plotseling in mij hadden
gevonden. De zal niet zeggen
dat we elkaar in de loop der
jaren niet zeer na zijn
gekomen, maar echte
vrienden zijn we nooit
geweest. Ik vind ook niet dat
ik „verraad" heb gepleegd;
noch aan de punkfilosofie,
noch aan The Attractions. In
Nashville, het conservatieve
hart van Amerika, waar we
Almost Blue opnamen, heb
ik als een leeuw voor ze
gevochten, want een vakman
als Billy Sherrill kon de
attractie van The Attractions
met geen mogelijkheid inzien,
laat staan horen, haha..."
Reputatie
„Gaandeweg kregen we in
Nashville de reputatie dat we
al die legendarische songs
aanpakten met kettingzagen
en stoomhamers, in plaats van
met gitaren en drums. Ik zie
nog de monden openvallen,
aan de andere kant van het
glas, toen wij 'Why Don't You
Love Me Like You Used To
Do' van Hank Williams —
senior, uiteraard — hadden
aangepakt. 'Kunnen jullie dat
even dubbelen?' vroeg Billy
Sherrill. Zonder twijfel
ironisch. Maar wij walsten
gewoon nog een keer over dat
nummer heen. Zo is het op de
plaat gekomen. Na de
ervaringen in Nashville was
de band ervan overtuigd dat
we een vriendenclub waren
en altijd waren geweest. Pas
toen begonnen de problemen
echt." „Alle Britse drummers die
zijn opgegroeid in de
slagschaduw van Keith Moon
hebhen op een gegeven
'moment moeten beslissen of
ze hun grote voorbeeld
moesten volgen of volwassen
moesten worden,
bijvoorbeeld door te luisteren
hoe mensen als Jim Keltner
spelen. Pete Thomas is zo verstandig geweest het
laatste te doen, zij het
rijkelijk aan de late kant.
Maar beter laat dan nooit. Nu
kan hij moeiteloos zijn
partijtje meespelen met de
wereldtop. In de nadagen van
The Attractions had hij
zonder twijfel geëist dat de
wereldtop zich aan hém had
aangepast, als hij zichzelf al niet wereldtop had gevonden!
Daar waren wij trouwens
toch goed in, de zogenaamde
coryfeeën van de
zogenaamde punk:
onzekerheid omzetten in
arrogantie. Wij hadden het
uitgevonden! Wat we niet
beseften was dat het wiel er
al was. Tot het over ons heen
reed..."
Elvis Costello and the Rude 5
maandag 22 juli a.s.
De Doelen-Rotterdam
|