Patrick Aloysius Declan MacManus, Elvis Costello voor de vrienden,
is een hoedenliefhebber. Terwijl mensen als u en ik postzegels of
luciferdoosjes verzamelen, verzamelt hij hoeden. In zijn collectie
prijken allerlei hoeden : een new-wave-hoed, chanson-hoeden, zelfs
een klassieke hoed. Onlangs schafte hij zich een typische
delta-blues-hoed aan, een ietwat vergeeld exemplaar met een bruin
zweetrandje. Dat hoofddeksel past namelijk perfect bij zijn laatste
album ‘The Delivery Man’. Het was precies die plaat die hij kwam
voorstellen in de Elisabethzaal. Nu staat deze zaal bekend om zijn
fantastische akoestiek, maar precies daar leek er een probleem te
bestaan, of was dat dan toch omdat ik de verkeerde plaats had
gekozen? Niet getreurd, het enthousiasme waarmee Costello en zijn
onovertroffen Imposters – of hij ze nu zo noemt of The Attractions
of de Kakkerlakken van Zichenzussenbolder, deze backing groep weet
van wanten – aan de slag gingen, was aanstekelijk en deed dit
kleine ongemak al gauw vergeten. ‘The Name of This Thing Is Not
Love’, ‘Button My Lip’ en ‘Country Darknes’s waren de enige nummers
van zijn laaste album die in het eerste deel van het optreden
werden gebracht. Uiteraard werden de oudere nummers in een speciaal
kleedje gestoken, hetgeen resulteerde in een bizarre versie van ‘(I
Don’t want to go to) Chelsea’ (inclusief opzettelijk (?)
wegvallende stem), een bijna nonchalante versie van ‘Good Year for
the Roses’, een pakkende uitvoering van ‘Our Little Angel’ en een
meeslepende, fantastische versie van ‘When I Was Cruel’, dat
middels een drumroffel mooi overliep in ‘Watching the
Detectives’.
Intussen was al duidelijk geworden dat Steve Nieve zijn frontman na
twintig jaar nog steeds perfect aanvult (en -voelt), dat Pete
Thomas als een dartel veulen over zijn drumkit draaft en dat
‘nieuwkomer’ Davey Farragher naast een uitstekend basspeler ook een
schitterende tweede stem voor de meester is.
In het tweede deel werd dan wel meer plaats gemaakt voor recente
nummers als het titelnummer van zijn laatste CD evenals ‘Either
Side of Town’ en nog enkele andere nummers, mooi aangevuld met
oudere nummers als ‘Pump It Up’ en een bluescover. Costello heeft
nu eenmaal een oeuvre dat niet alleen uitblinkt in kwaliteit, maar
ook de nodige afwisseling biedt.
Uiteraard mocht publiekslieveling ‘I Want You’ niet ontbreken. Het
nummer werd opgesmukt met indringende gitaarsolo’s als
ruggemergpuncties, hetgeen het nog een extra dimensie leek te
geven, een ideale afsluiter voor een mooie avond.
Ongeacht welke hoed hij van zijn rek neemt, je kan er vergif op
innemen dat Costello van elke show iets unieks maakt. In dit geval
had hij zelfs geen hoed op en toch … “In a certain light, he looked like Elvis …“
|