Nog maar pas was Elvis Costello wat bijgetrokken van het uitgebreid touren in Dylans voorprogramma of hij kreeg de leiding van Meltdown 1995 in handen gestopt, een gevarieerd muziekfestival dat van 23 juni tot 1 juli de Londense South Bank gevoelig zal opvrolijken en waarvoor El tot nu toe al Deborah Harry, The Brodsky Quartet, Jeff Buckley, June Tabor en zichzelf heeft weten te strikken. Tussendoor werd hij nog aangezocht om met niemand minder dan Burt Bacharach een streepje soundtrack bij een film over de befaamde Brill Building te componeren en heeft mevrouw Costello hem de belofte ontlokt dat dat nieuwe ruitjesbehang er nog voor de zomer zal hangen. Elvis heeft het nu al maanden drukker dan de lever van Shane McGowan en daarom is de opvolger voor de geweldige Brutal Youth nog steeds niet klaar. Een uitgelezen kans om Costello's veelbesproken, bijna vijf jaar geleden in een tijdspanne van amper twee weken op Barbados opgenomen coverelpee uit te brengen, zo dacht men bij Warner Bros. en men heeft goed gedacht.
Kojak Variety (de betekenis van de titel zal volgens Costello tot in 2050 een mysterie blijven, maar vertrekkend van het gegeven dat Kojak kaal was en van lollies hield, doemt in onze vunzige verbeelding een beeld in de pornografische sfeer op) is geen onberaden, georchestreerde gooi naar de hitparade zoals de jongste cover-cd van de Yves Rocher-rockers Duran Duran, maar gewoon een greep uit Elvis' rijke collectie favoriete songs. Songs om samen met je maats in het café rondborstig mee te zingen, zoals de vinnige Little Richard-kraker "Bama Lama Bama Loo" of "Leave my kitten alone", gesigneerd John/Turner/McDougal en bekend in de versie van Little Willie John. Songs om in de auto met je lief te beluisteren zoals "Please stay" van Burt Bacharach en Hal David. Sommige zijn volstrekt onbekend, andere allang vergeten, zoals het heerlijke "Remove this doubt", terug te vinden op The Supremes sing Holland/Dozier/Holland of de prille Randy Newman-compositie "I've been wrong before", lang geleden ook al een keer door Dusty Springfield opgenomen.
Met klassebakken als Jim Keltner, Attractions-drummer Pete Thomas, gitarist Marc Ribot, ouwe rot James Burton (die nog voor de originele Elvis gitaar speelde en ook Ricky Nelson en Emmylou Harris bijstond) en keyboardspeler en al even ouwe rot Larry Knechtel kun je natuurlijk zelfs van "Hij speelde accordeon" een pakkende opname maken, maar gelukkig werd op die uitdaging niet ingegaan en gekozen voor de gezellige stamper "Strange", een obscuur B-kantje van Screamin' Jay Hawkins met de onsterfelijke regels "How many wrinkles in a pickle?" en "Where did eyeballs come from?". Voor gezellige swingers als "Payday" van Jesse Winchester en "Charms" van Willie Dixon, die menig bekken tot een ouderwetse shimmy of mashed potato zullen aanvuren. Dylans "I threw it all away" (uit Nashville Skyline), oorspronkelijk al een machtig mea culpa, is een hartverscheurende, bluesy ballad geworden. Plots staat de jukebox niet helemaal waterpas meer. Hij helt een beetje naar voren, alsof hij het ook niet meer ziet zitten.
Bij "The very thought of you" (in 1930 geschreven door Ray Noble, de Britse uitvoering van Francis Bay) en "Must you throw dirt in my face", een heerlijke sleper van The Louvin Brothers die aan het beste van - we kennen hem allemaal! - Percy doet denken, bekroop mij het onweerstaanbare verlangen een slow op d
|