Leidsch Dagblad, March 5, 1994

From The Elvis Costello Wiki
Jump to navigationJump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.
... Bibliography ...
727677787980818283
848586878889909192
939495969798990001
020304050607080910
111213141516171819
202122232425 26 27 28


Leidsch Dagblad

Netherlands publications

Newspapers

Magazines

Online publications


European publications

-

Elvis Costello corrigeert zijn koers


translate
   John Oomkes

Scanning errors uncorrected...

Bij de verdeling van de jaarlijkse Grammy Awards — de Oscars van de platenindustrie — is Elvis Costello deze week alweer niet in de prijzen gevallen. Sterker nog: hij was niet eens genomineerd. Toch geldt deze Engelse singer-songwriter sinds zijn debuut in 1977 als een van de grootste en creatiefste geesten die er in de popmuziek rondlopen. Over anderhalve week verschijnt zijn vijftiende studioalbum: Brutal Youth, waarmee hij terugkeert naar recht voor zijn raap opgenomen, hoogst emotionele rock.

Het staatsiebezoek aan Nederland is nog geen uur oud of Het Incident geschiedt. Rock-ster Elvis Costello, inmiddels een zich bezadigd voortbewegende man van 39, zit in een Gooise radiostudio gereed om twee songs te kwelen voor de VARA-microfoon. In en om de opnameruimte is de spanning voelbaar. Er hangt die laffe Hollandse trots in de lucht: 'hier zit toch maar mooi een wereldartiest in onze uitzending. Maar we doen alsof onze neuzen bloeden'.

'Opname tien seconden na nu', wil de technicus zeggen, maar er komt niks van. Domme pech zorgt ervoor dat er wat geluidskanalen openstaan op de koptelefoon van Costello. Met de volumeknop op tien. Voor een muzikant, zelfs een rocker, staat zo'n aanslag gelijk aan moord. Je oren zijn je broodwinning, je directe band met buiten. Zonder gehoor geen beleving van, of uitdieping van muziek. Einde communicatie.

Costello springt op, gilt het uit van de pijn en neemt — iedereen stijfvloekend — de benen. Het Gooise radiowereldje kijkt toe, staat als zoutpilaren vastgenageld aan de grond. 'De Beroemde Costello explodeert tóch. Zie je wel, de verhalen over het opvliegende karakter zijn waar. Je hebt toch wel gehoord dat hij — weliswaar al weer enige tijd geleden — journalisten een veeg uit pan gaf toen bleek dat ze hem slecht voorbereid kwamen interviewen'.

Even later overstijgt het geroezemoes het gekerm van Elvis.

Hollandse gêne bestaat net zo goed als Hollandse trots; we negeren bij voorkeur onze schaamte. Niemand neemt de moeite om zijn excuus aan te bieden voor deze stommiteit. Costello klaagt ondertussen over een rondzingend geluid, waarvan hij niet meer weet of hij het in of buiten zijn hersenpan waarneemt. Uiteindelijk komt een radio-bobo informeren 'hoe 't gaat?'. Nederlanders verdienen op het gebied van tact ook weinig eremetaal. Geruime tijd later herpakt Costello zich. De woede die in hem zit spuugt hij er via twee, prachtig gezongen, live opgenomen songs uit.

Het komt op deze dag zelfs nog tot een voorzichtig radio-interview. „Zeg, Patrick McManus, waarom noem je je eigenlijk Elvis Costello?" Twee fouten in één zin. De ergste daarvan staat gelijk aan de domheid Harry Webb te vragen waarom hij als Cliff Richard door het leven gaat of Adriaan Kyvon als André van Duin. Je waagt Batman niet zijn masker af te nemen. Een podiumpersoonlijkheid, een Biihnenaam is iets heel anders dan het naakte individu achter het publieke bezit. Grote kans dat beiden met zo'n enkele vraag dichtklappen.

Niks alledaags

Als Costello in 1977 aan het firmament verschijnt, ziet de wereld een in rouwkleren gehuld neefje van de Marx Brothers. Op de voorneus bengelt een Buddy Holly-bril, een verfomfaaid zwart kostuumjasje en hoge zwarte, schuimstoffen, platte 'bordeelsluipers'. Niks is alledaags aan de man die zich pesterig hult met de voornaam van Presley en zijn achternaam ontleent aan het komisch Hollywood-duo Abbott & Costello. Na het verschijnen van zijn eerste langspeler vergelijkt de muziekpers hem met Bob Dylan, Bruce Springsteen en met Freek de Jonge.

Costello's muziek mag dan de ene keer bijtend klinken, de volgende keer aartsliefelijk. Zijn teksten handelen over afgunst, jaloezie, slecht verwerkt liefdesverdriet. Kortom, ze uiten op dezelfde wijze als columnisten als Ischa Meijer of Lennaert Nijgt] gewend zijn te doen, en Carmiggelt deed, op tragikomische wijze diep menselijk leed. Wie zijn song New Amsterdam hoort kan slechts denken aan Jacques Brei; wie Sizipbuilding kent, vermoedt misschien een beetje hoe een populair lied de publieke opinie over de Falkland-oorlog heeft beïnvloed.

Begin jaren tachtig ontwikkelt Costello zich tot een fraaie crooner. Hij is met David Bowie een van die zeldzame voorbeelden van een niet natuurlijk getalenteerd zanger die vocaal toch tot grote hoogten weet te stijgen. Het gaat dan al om een man die put uit de ervaringen van zijn vader Ross McManus (in de jaren veertig leadzanger bij het The Joe Loss Orchestra), graag de soul van Tamla Motown opzoekt, en in Amerika voor opschudding zorgt door als het lelijke eendje in de bijt duetten te kwelen met vooraanstaande country & western-sterren als George Jones en Merie Haggard.

Halverwege de jaren tachtig trouwt hij Cait O'Riordan, bassiste uit de punkfolkband The Pogues, evenals hijzelf een tweede generatie allochtoon van Ierse komaf die Engeland ervaart als een vijandig milieu. Mede onder haar invloed ontwikkelt Costello zijn eigenzinnigheid nog verder; hij doet alles wat hem leuk lijkt en goed dunkt. Hij gaat een verregaande werkrelatie aan met zijn jeugdidool Paul McCartney, introduceert Ierse folk en uit New Orleans afkomstige feestelijke boogie op zijn platen, schrijft voor een dozijn andere artiesten.alsof het allemaal geen energie kost en stelt zich tijdens zijn concerten in Nederland voor als The Beloved Entertainer. Nog zelfspot ook.

Wie het genoegen smaakt nu en dan met Elvis Costello te mogen converseren, leert

een man kennen met een feilloos geheugen. Bij iedere volgende ontmoeting herinnert hij zich de essentie van het vorige gesprek. Als je zijn kennis van en liefde voor de klassieke deelt, moet je niet gek opkijken van een telefoontje waarin hij vertelt naar Amsterdam te zijn gevlogen om de nieuwste werken van Schnittke of Goebaidoelina aan te horen — internationaal befaamde, nog levende Russische componisten. Bijna altijd draait het gesprek dan uit op het vergaren van kennis; hier is iemand bezig met de éducation permanente. Costello is een vleesgeworden spons.

Elementen

De persoon in kwestie roert in een kopje koffie in hetzelfde Amsterdamse hotel waar hij altijd zit als hij in Nederland moet zijn. „Nee, ik drink het niet op. Ik heb er een paar gehad, en nu pas begrijp ik waarom jullie zo hard kunnen fietsen. Jullie zijn allemaal gedrogeerd door de caffer ne. Niks hasj en windmolens, het is koffie." Omdat zo'n losse flodder de volgende keer op muziek zou kunnen staan, verwacht hij — onuitgesproken — weerwoord. Goed dan: Multatuli, Van Nelle, Max Havelaar paiseren de revue. Kolonialisme, architectuur en engagement als typisch Hollandse beweegredenen. Alles wordt aangehoord met grote interesse.

Het doet me denken aan de manier waarop hij zegt nu teksten te maken. „Ik schrijf tegenwoordig veel in de eerste persoon enkelvoud. Je voelt je dan meer op je gemak. Je kunt iemand eerst observeren, vervolgens in zijn huid kruipen en dan tenslotte je eigen gevoelens in zo'n karakter stoppen. Zo heb ik ook gewerkt aan de songs op The Juliet Letters, de plaat met het Brodsky Quartet. De enige manier om je met succes af te vragen hoe een middeleeuws liefdesdrama zich moet hebben voltrokken, is je zo'n situatie in te denken en na te spelen. Zo bevat All the Rage wel veel autobiografische elementen en zo speelde Sti// too soon to know zich wel af in mijn leven, maar dateert zo'n verhaal over de vraag of je vrouw verliefd is op een ander, alweer van jaren geleden."

De intellectueel die schrijftechnieken toepast. Dat imago van een slimmerik is Costello de laatste jaren veelvuldig nagedragen. Voor zijn verstand en notie hoeft hij zich niet te verontschuldigen, het andere verwijt waagt wel om een weerwoord. „Je zou het techniek kunnen noemen als je de methode ontleedt, maar ik zie het niet als techniek of methode; ik schrijf op wat in me opwelt. Ik bedenk niet: nu ga ik opzettelijk in de derde persoon enkelvoud hanteren. Pas als ik met een liedje klaar ben, krijg ik een beetje het idee hoe het bij anderen zal overkomen."

„Je moet je nooit te bewust worden van jezelf; als je je spontaniteit verliest, ben je heel veel kwijt. Natuurlijk, over de jaren heb ik veel technieken aangeleerd, simpel omdat je die oppikt van anderen met wie je werkt. Als een schilder voor een van zijn technieken altijd weer naar dezelfde kwast moet grijpen, dan isie de gevangene geworden van zijn eigen onmacht. Pas wanneer die schilder gewoon zijn gang gaat als een timmerman die een hamer alleen dán pakt als hij 'm nodig heeft, dan hoef je geen angst voor je gereedschap te hebben."

„De stem van de zanger is zo'n stuk gereedschap. Als ik een song schrijf die door een ander wordt gezongen, kan dat liedje een heel andere lading krijgen. Met je stem plaats je bewust en onbewust accenten in de tekst, suggereer je wat je over wilt dragen. Van nogal wat van mijn songs is de humoristische lading niet eens opgepikt omdat ik een nogal agressief stemgeluid heb. Pas bij The Juliet Letters heb ik over de gehele linie in een wat lager register gezongen en heb ik niet meer hoeven knijpen, zoals in veel rockmuziek gebeurt. Bij iedere toonhoogte, merken de mensen dan, hoort een andere stemming."

„Soms moet je bij het zingen, net als bij het maken van een tekst, in de huid van een ander kruipen. Iemand anders' specifieke stembenadering proberen toepassen, omdat je dan pas de lading van het liedje kunt overbrengen. Daarmee bereik je dat je jezelf bewijdt van je eigen aangeleerde handigheidjes. Je klinkt dan niet langer als jezelf, maar omdat je stem niet in het minst lijkt op het voorbeeld dat je in gedachten hebt, ook niet op iemand anders."

„Zo heb ik me bij de opnamen van sommige stukken op Brutal Youth de stem van soul-legende Curtis Mayfield ingeprent. Ik lijk niet op hem, maar ik voeg wel wat toe aan mijn stem toe. Voor je het dan wet ben je aan het denken over pure popgeschiedenis: schiet je opeens te binnen dat Jimi Hendrix' stem eigenlijk een mix van die van Curtis en die van Bob Dylan moet zijn geweest. Niemand is vrij van invloeden. Mayfield is niet veel gekopieerd. Terence Trent d'Arby en Lenny Kravitz worden wel veel genoemd, maar ik denk dat iemand als Van Morrison veel meer schatplichtig is aan Curtis. Denk maar eens aan Vans songs als Crazy Love of Gipsy Queen; het zijn bijna imitaties."

„Je moet als songschrijver voortdurend openstaan voor suggesties van anderen; je hebt nooit dé wijsheid alleen in pacht. Op 'Brutal Youth' staat een liedje, Boeking Horse Road, dat ik misschien aanvankelijk wel veel agressiever, harder had willen opnemen. Er zit nu nog een verwijzing naar Tin Soldier van The Small Faces in, maar voor de rest is het dubbelzinniger geworden, veel minder direct."

Met zijn oude, in 1986 uiteengevallen oude band, The Attractions, heeft Costello 'Brutal Youth' opgenomen. Elvis: „Eigenlijk is dat het gevolg van hardop uitgesproken gedachten van producer Mitchell Froom. Het voordeel van werken met vertrouwde mensen is dat ze zich veel eerder vrij voelen om zelf met suggesties te komen. Tijdens de repetities voor de opnamen bedacht Pete Thomas, de drummer, opeens een ritmisch patroon. Zijn ritme maakte het lied veel melancholieker."

„Ik heb toen dat heel agressieve oorspronkelijke idee laten vallen van een song waarin de ikpersoon vertelt hoe hij een griezelige plek bezoekt. Door die andere aanpak krijg je nu het idee dat je gewoon door een straat in een andere buitenwijk loopt en bekropen wordt door het onbehagelijke gevoel dat je opgesloten zit. Als je met een helder beeld naar de omgeving zou kijken, zou je niets van dreiging kunnen waarnemen. Het is bijna alsof je angst alleen maar tussen je oren zit. Had ik vastgehouden aan de oorspronkelijke aanpak, dan was die inhoud niet zichtbaar geworden."

Onvervreem baar

Rockmuziek heeft alles te maken met identiteit. Als je de zanger uit de band haalt, veranden de muziek ingrijpend; zonder Lennon geen Beatles, zegt McCartney. Zo is Costello's vocale stijl onvervreembaar de zijne. Tasmin Archer, de Engelse zangeres, gaf onlangs een EP uit met vier songs van de hand van Costello. Elvis: „Ik smaak regelmatig het buitengewone genoegen dat mijn werk wordt gecoverd. Die opnamen van Tasmin hebben me echter meer geleerd over de wijze waarop anderen — het publiek, collega-artiesten -naar mij luisteren dan welke andere interpretatie ook. Haar versies zijn overigens niet noodzakelijkerwijze de beste, maar dit terzijde."

„Tasmin heeft een natuurlijk stemgeluid, maar ze had buitengewoon veel moeite om 'New Amsterdam' te kunnen zingen. Net zoals Linda Ronstadt — toch ook niet de minst begaafde zangeres — altijd moeite had mijn werk te brengen. Vooral wat ik vroeger maakte — de songs tussen 1977 en 1980 — hangt nauw samen met mijn stemmelodie. Haal je de stem weg, dan ben je de melodie al zowat kwijt. Als ze echter een liedje van later datum zingt, zoals Al! Grown Up, dan kan Tasmin Archer opeens haar ei wél kwijt."

„Als je dan in de spiegel kijkt zie je opeens dat je anders bent gaan schrijven. In je jonge jaren is je werk eigenlijk onvervreembaar het jouwe, word je wat ouder dan word je verdraagzamer. Je staat als het ware een andere opinie over je werk toe. Ik vind die ontwikkeling te gek. Tasmin zingt 'All Grown Up' met heel veel gevoel voor de ander in het liedje, terwijl mijn versie onverzoenlijk was. Misschien komt dat doordat Tasmin niet weet over wie ik zing, maar dat ook terzijde. Hahaha."

De Costello van 1994 is zelfbewuster en tegelijkertijd bescheidener dan die van 1977. Hij haalt The Beatles aan als voorbeeld van songschrijvers, die zelf allerlei invloeden verwerkten, en tegelijkertijd het inzicht deden groeien dat je als uitvoerend artiest je eigen werk moest schrijven. Elvis: „Achteraf gezien kun je aan hun.vroege werk zien wie ze probeerden na te bootsen. Zelfs Chuck Berry is zwaar door anderen beïnvloed; in zijn songs zit veel Louis Jordan."

„Ik heb een keer in de States met Chuck samengewerkt. Tot mijn stomme verbazing speelde hij opeens Ramblin' Rose van Nat King Cole. Het had geen enkele satirische bijbedoeling Nee, Chuck zette zijn eigen optreden volledig stil, zei 'En nu tijd voor echt mooie muziek', en deed me geloven dat hij zijn eigen werk maar niks vond in vergelijking met Cole. Ik werd er eerst triest van, zo'n bittere man, maar later ben ik van gedachten veranderd."

„Ik heb enkele jaren geleden een plaat opgenomen die helemaal uit covers, liedjes van anderen, bestaat. Ik hoop dat die alsnog kan uitkomen; ik doe liedjes als Strange van Screaming Jay Hawkins of 1 threw it All away van Dylan. Het is een heel relaxte plaat geworden, maar ik zeg er niets anders mee, dan dat ik van die liedjes houd. Het is bijna net zoals bij follcmuziek, waar het herkennen van de mensen die je voorbeeld waren, helemaal niet omgeven is door taboes."

„Ik vind het een goeie zaak dat mensen aangeven wie ze bewonderen en aan wie ze dank verschuldigd zijn. We pikken het allemaal niet uit de lucht op, al denk je dat graag. Niet iedereen is een Mozart. Vrijwel alles is aangeleerd. Als je niet schaaft aan je creativiteit wordt 't allemaal minder. Als je maar nooit een academicus wordt. Je creativiteit dank je aan je spontaniteit."

Verbazing

„De simpelste dingen kunnen nog steeds een potentie hebben, die je er niet van verwacht," zegt Elvis over de herstelde band met dnunrner Pete Thomas, pianist Steve Nieve en bassist Bruce Thomas. Hij lacht het kolderieke, soms wat scherpe boek The Big Wheel') dat Bruce over hun eerdere samenwerking schreef weg ('Dat was toen, en hij heeft ermee afgerekend'). „Je kunt tegen de gekste dingen fris aankijken. In alle zeventien jaar dat ik nu werk, heb ik nooit iets opgenomen in de klassieke rockbezetting van twee gitaren, bas, drums. Dat is nu pas gebeurd met Kinder Murder op 'Brutal Youth'. Is dat niet verbazingwekkend? Dat je jezelf opeens kunt verbazen door dát te willen wat je in 1977 afwees?"

Scanning errors uncorrected...

-
<< >>

Leidsch Dagblad, March 5, 1994


John Oomkes interviews Elvis Costello.

Images

1994-03-05 Leidsch Dagblad page 30.jpg
Page scan.



Photos by Lex van Rossen.
1994-03-05 Leidsch Dagblad photo 02 lvr.jpg



1994-03-05 Leidsch Dagblad photo 01 lvr.jpg
Photos by Lex van Rossen.

-



Back to top

External links