Amsterdam, 23 juni — De angst van velen om ooit nog eens onflatteus gebrild door het leven te moeten gaan heeft de fabrikanten van contactlenzen de afgelopen jaren flink in de kaart gespeeld. Maar de huistuin- en keukenbril, vroeger een onvermijdelijk kwaad. lijkt nu een mode te gaan worden, sinds het Engelse wonderkind Elvis Costello er zo'n beetje zijn handelsmerk van heeft gemaakt.
Costello draagt het zwaar hoornen montuur model-Buddy Holly en lijkt daarmee opvallend op koning Boudewijn van België. Dat koninklijke siert hem, want hij is één van de meest opmerkelijke musici die de nieuwe garde opleverde.
De enorme produktiviteit van deze voormalige computertechnicus, die naar verluidt ettelijke songs per dag schrijft, uitte zich in twee l.p.'s, My aim is true en This year's model, waarover unaniem de loftrompet werd gestoken. Omdat Costello op het Stiff-label, dat mede dank zij hem zo'n snelle opgang maakte, zijn talenten niet kon ontplooien, tekenden hij en Nick Lowe, diens producer, eind vorig jaar als eersten bij Radar-records.
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor deze actie berustte bij hun manager Jake Riviera, die ook het brein is achter de ongekende spitse publiciteitsstunts rond het verschijnsel Costello. Wel maakte de kleine zanger reeds enkele toernees door de USA. maar dicht bij huis kwam hij tot nu toe alleen in augustus vorig jaar, met de toen zojuist geformeerde begeleidingsband The Attractions, op het Belgische Bilzen-festival. Sindsdien is er veel in het voordeel van Costello veranderd, getuige het eerste van een serie Nederlandse optredens. gisteravond in een geheel uitverkocht Carré. Hij is uitgegroeid tot een volksheld. wiens muziek uit welke modieuze overwegingen dan ook, massaal geaccepteerd wordt.
Zit Costello aan de goede kant van de streep, dat is niet het geval met zijn voorprogramma. het controversiële New-Yorkse duo Suicide, dat met elektronische jungle-kreten de tolerantie van het publiek danig op de proef stelde. Ondanks afkeurend boe-geroep wist het tweetal zich gedurende de confrontatie lange tijd overeind te houden.
Costello daarentegen, met zijn abrupte houterige bewegingstempo, kon geen kwaad doen. Zijn verhalende teksten, simpele compacte melodieen, spuwde hij er met een enorm zelfbewust venijn uit. Ter versiering daarvan diende alleen het grillige. dunne orgelspel van Steve "Naive" Mason.
De overige Attractions, de inmiddels van een blessure aan de hand genezen bassist Bruce Thomas en de uitstekende drummer Pete Thomas, zorgden voor een solide ritmische ondergrond. Het optreden kende geen impasses In twintig nummers, die tot het beste uit Costello's repertoire behoren, werd de emotie, even sober als doeltreffend, naar een climax opgejaagd. te beginnen met een nieuwe en betere versie van Waiting for the end of the world.
Daarna volgde het grimmige. tegen het National Front gerichte "Night rally" waarin de walging in Costello's stem goed doorklonk. "Radio, Radio," dat helaas alleen in Amerika verscheen, en nieuwe nummers zoals "Goon Squad" bevestigden de stijgende lijn in zijn ontwikkeling.
De voorliefde voor country stipte Costello nog even aan met "Stranger in the house," maar de meeste indruk maakte hij toch met het werk dat de minder verkwikkelijke aspecten van seks als thema heeft. Sleutel daartoe waren de nummers "Lip service," "Chelsea," "Lipstick vogue," alle erg indringend van structuur en "Watching the detectives," dat tegen het einde, mooi, gefragmenteerd als een legpuzzel uiteenviel, om over te lopen in "Pump it up," dat onwillekeung deed denken aan Dylans "Subterranean homesick blues."
Tegen die tijd was de zaal al door het dolle heen. Ook als Costello zijn slaggitaar niet hanteerde was alles van een aangrijpende eenvoud, zoals de toegiften. het ontroerende "Alison" en "I'm not angry" met het door de zaal uit volle borst gescandeerde angry.
|