NRC Handelsblad, March 4, 1994

From The Elvis Costello Wiki
Jump to navigationJump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.
... Bibliography ...
727677787980818283
848586878889909192
939495969798990001
020304050607080910
111213141516171819
202122232425 26 27 28


NRC Handelsblad

Netherlands publications

Newspapers

Magazines

Online publications


European publications

-

Trouw aan het rock 'n' roll combo

Elvis Costello over techno-house, John Major en pop-esperanto

translate
   Pieter Steinz

Zijn baard is afgeschoren, en op zijn nieuwe plaat Brutal Youth is Elvis Costello herenigd met The Attractions, de band waarmee hij in de jaren 1977-78 begon. Maar van een terugkeer naar het verleden wil Costello niets weten. Ook ziet hij zichzelf niet als een politiek geëngageerd zanger, al stelt hij net als op vorige platen het verval en de onrechtvaardigheid in Engeland aan de kaak. “Ik schrijf geen slogans of manifesten, ik geef commentaar, bij voorkeur tussen de regels door”, zegt hij.

Hij is bijna veertig, dus een Angry Young Man kun je hem niet meer noemen. Maar zeventien jaar na zijn hemelbestormende debuut als new-wavezanger maakt Elvis Costello zich nog steeds kwaad. Op zijn geboorteland Engeland, dat in de openingssongs van zijn nieuwe plaat Brutal Youth beschreven wordt als een broedplaats van hypocrisie en corruptie. Op de conservatieve regering, die er na het vertrek van de Iron Lady niet humaner op is geworden. En op het conservatieve popwereldje, dat een artiest verguist op het moment dat hij andere muzikale stijlen verkent.

Aan het laatste is Costello inmiddels gewend geraakt. “Wie experimenteert moet niet bang zijn om te falen,” zegt hij nu. “En al helemaal niet om dingen te doen waar een deel van je publiek van walgt.”

Declan Patrick MacManus, alias Elvis Costello, is niet bang. Nadat hij in 1977-78 naam had gemaakt met twee, inmiddels klassieke, albums met ongepolijste rock en intelligente teksten, componeerde hij onder meer een commerciële popplaat, een soulalbum, en — tot woede en teleurstelling van de critici — een lp vol covers, zijn eigen versies van bestaande countrynummers. In 1989 (Spike) en 1991 (Mighty Like A Rose) maakte hij experimentele albums die het best te omschrijven zijn als de soundtrack van een bonte avond in een vooroorlogse Engelse music hall. Om vorig jaar zijn fans weer te verbazen met The Juliet Letters, een liederencyclus die hij componeerde en uitvoerde in samenwerking met het (klassieke) Brodsky strijkkwartet.

En nu is er Brutal Youth, een afwisselend rauw en bitterzoet album — het achttiende — dat Elvis Costello herenigt met The Attractions, de groep die in de eerste acht jaar van zijn carrière zijn vaste begeleiding vormde. Brutal Youth klinkt als Costello in zijn begintijd; de teksten zijn cynisch, associatief en humoristisch, de muziek is grotendeels uptempo en zonder franje. Toch moet niemand denken dat Costello zich op Brutal Youth overgeeft aan heimwee naar de eenvoud van de punkrock en de New Wave. “Ik heb al weer horen roepen,” zegt hij, “dat Elvis Costello zichzelf weer hervonden heeft, na alle bombastische en pretentieuze experimenten. Maar wie de afgelopen jaren goed naar mijn platen geluisterd heeft, weet dat ik, behalve misschien op The Juliet Letters, mijn basisarrangementen altijd vrij simpel heb gehouden. Zelfs op Mighty Like A Rose, dat gezien wordt als een soort pop-rococo, ben ik in principe trouw aan het rock 'n' roll combo: bas, gitaar, drums en piano. Het was dan ook geen grote stap om de draad met The Attractions weer op te pakken. Met het najagen van geesten uit het verleden heeft het niets te maken.”

Elvis Costello praat snel, met de energie en de Noordengelse tongval die ook veel van zijn liedjes kenmerkt. Hoewel het buiten koud is, en hij door het raam van zijn Amsterdamse hotelkamer de sneeuw langs de grachten kan zien liggen, drinkt hij grote glazen ijswater: de beste manier om zijn stem in conditie te houden tijdens de interviews en televisieoptredens waartoe hij in Nederland — eindpunt van een lange publiciteitstournee — veroordeeld is.

Costello is dikker geworden, rond aan alle kanten, maar ziet er verder uit als de clowneske 'man out of time' van tien, vijftien jaar geleden: een zwart jaren-vijftigjasje, een paarsroze choker, en een rechthoekig brilmontuur dat gemaakt lijkt van in barnsteen gegoten confetti. De zwerversbaard en -snor waarmee hij ten tijde van Mighty Like A Rose zijn publiek provoceerde heeft hij al weer lang geleden afgeschoren — “beter voor de artistieke waardering,” zegt hij cynisch.

Brutal Youth heeft een beklemmende en sombere atmosfeer, zoals de meeste Costello-albums. Engeland is in verval, overal is onrechtvaardigheid, en zelfs de gewoonste burger maakt zich schuldig aan moord en wrede seksuele spelletjes. Op een van de nummers van de cd, 'All The Rage', hoor je Costello zingen: 'Don't try to touch my heart, it's darker than you think / And don't try to read my mind, because it's full of disappearing ink'. Is Elvis Costello een pathologische zwartkijker?

“Ik kan heel pessimistisch zijn, als ik er voor in de stemming ben. Toch moet je deze plaat niet zien als het werk van iemand die gek wordt van frustratie. Liedjes schrijven is juist een goede manier om je geestelijk gezond te houden; als je de dingen niet al te duidelijk meer ziet, kun je dat maar het beste van je afschrijven.

“Niet veel songs op Brutal Youth zijn trouwens zo persoonlijk als 'All The Rage'. Meestal creëer ik personages die ik dingen in de mond leg — soms dingen die ik zelf vind, dan weer dingen die ik verafschuw. Vroeger schreef ik bijna al mijn liedjes in de eerste persoon enkelvoud, maar daar ben ik vanaf gestapt. Te veel mensen bleken te denken dat het mijn ideeën waren die door al die overspannen ik-figuren de wereld in werden gestuurd. Het was moeilijk om ze van die gedachte af te brengen, want op de een of andere manier hadden ze het idee dat een tekst authentieker, en dus beter, is als die in de ik-vorm gezongen wordt. Maar een compleet verzonnen verhaal hoeft niet onder te doen voor iets dat toevallig echt gebeurd is. King Lear is een waar verhaal, in the sense that it says true things; dacht je dat Shakespeare zich ook maar enigszins bekommerd heeft om de historische waarheid?”

Hoe belangrijk is de tekst van een liedje voor u?

“Veel van het gevoel dat je met een song probeert uit te drukken, kan worden overgebracht door de melodie, de klank van de stem, de energie of juist de rust van de uitvoering. Maar dan nog moeten liedjes ergens over gaan. Ik heb vaak te horen gekregen dat mijn teksten ingewikkeld zijn. En inderdaad: ik heb een hekel aan de simpele clichés van het Engelse pop-esperanto dat de wereld veroverd heeft. Ik registreer de meer bijzondere dingen die door mijn hoofd spoken en gebruik de mysterieuze zinnen die in me opkomen. Daarmee loop ik het risico dat sommige platenkopers me verkeerd zullen begrijpen. Maar als ik mijn woorden zou simplificeren, zou ik mezelf tekort doen.”

Bent u door andere tekstschrijvers beïnvloed?

“Toen ik begon te schrijven probeerde ik Randy Newman te imiteren. Maar zijn humor was onnavolgbaar en de Californische gekte waar hij over schreef was wel erg ver van mijn bed. Daarnaast hield ik van de liedjesschrijvers van voor de rock 'n' roll: Lorenz Hart, Ira Gershwin. In die periode golden er strikte beperkingen; tekstschrijvers moesten woekeren met de taal. Over maatschappelijke en politieke onderwerpen mocht alleen bedekt gezongen worden, openlijk seksuele liedjes waren taboe. En dus schreef men niet al te specifiek en maakte creatief gebruik van metaforen — soms hele zwarte en dubbelzinnige. De laatste veertig jaar is dat veranderd, en niet direct ten goede. Dat je alles in een popsong mag zeggen, schept een soort luiheid. Nowadays people say exactly what's on their mind, but their mind is not necessarily interesting.”

Veel songs op Brutal Youth zijn politiek gekleurd, zij het minder expliciet dan beroemde Costello-contra-Thatchersongs als 'Pills And Soap' en 'Tramp The Dirt Down'. Bent u een politiek geëngageerd kunstenaar?

“Zo heb ik mezelf nooit gezien. Ik heb in het verleden wel opgetreden tijdens politieke benefietconcerten, maar ben daarmee opgehouden toen het uit de hand liep. In de tweede helft van de jaren tachtig struikelde je over de popsterren-voor-goede-doelen; het leek wel alsof er voor alle ellende in de wereld maar één oplossing was: een videoclip met zoveel mogelijk mensen die met hun handen in de lucht zwaaiden. Uiteindelijk heeft het allemaal meer kwaad dan goed gedaan, aangezien zowel de sterren als hun fans zichzelf wijs maakten dat ze de problemen te lijf gingen — terwijl er in werkelijkheid niets gebeurde.

“Al mijn zogenaamde politieke liedjes zijn emotionele reacties op de toestand in de wereld. Ik schrijf geen slogans of manifesten, ik geef commentaar, bij voorkeur tussen de regels door. Zoals in 'London's Brilliant Parade' op mijn nieuwe plaat: pas na een paar coupletten weet je dat het over de verloedering van Londen gaat. Dat mijn politieke teksten tegenwoordig minder expliciet zijn dan vroeger, valt trouwens eenvoudig te verklaren: er is geen Margaret Thatcher meer, geen 'Demon Queen' tegen wie het prettig ageren is. De Conservatieven hebben haar heel slim vervangen door iemand die veel moeilijker te haten is. Met John Major kun je zelfs medelijden hebben, ook al voert hij precies hetzelfde beleid. Dat is waar '20 Percent Amnesia' op Brutal Youth over gaat; over mensen die het onaanvaardbare accepteren, alleen maar omdat het een vriendelijk gezicht heeft.”

Het gesprek komt op 'The Favourite Hour', het slotnummer van Brutal Youth, dat opvalt door de combinatie van een sombere tekst over de doodstraf ('Now there's a tragic waste of brutal youth...') en een lieflijke melodie. Costello vertelt dat hij de muziek schreef tijdens zijn verblijf op de Dartington Summer School in Devon, waar hij niet alleen notenschrift leerde, maar ook voor The Juliet Letters repeteerde met The Brodsky Quartet. Als ik hem vraag hoe zijn klassiek avontuur heeft doorgewerkt bij het schrijven van Brutal Youth, zegt hij dat hij zich bevrijd voelde. “In het klassieke strijkkwartet ligt het bereik van de instrumenten vast; in de harmonie is er een streven naar overeenstemming. Rock 'n' roll is juist gebaseerd op het botsen van verschillende geluiden, collisional sonics, en heeft meer vrijheid in de structuur. Ik merkte dat ik me daarbij prettiger voelde.”

In de afgelopen jaren heeft u gecomponeerd in de meest uiteenlopende stijlen, van klassiek tot country, van soul tot musicalmuziek. Zijn er nog andere muzieksoorten waarmee u zou willen experimenteren?

“Ik weet dat de mensen graag een labeltje zien op de muziek waar ze naar luisteren. Maar ik zie al die genres niet als wezenlijk verschillend, I see things talking to one another. Ik had het geluk dat mijn ouders van alle soorten muziek hielden: folk, jazz, klassiek, Sinatra, merseybeat. Ik weet nog goed dat ik 'Not A Second Time' van de Beatles voor het eerst hoorde. De manier waarop John Lennon daarin zijn stem heen en weer laat gaan, gaf me het gevoel dat ik naar een Arabische bard zat te luisteren. Het sterkte me in de gedachte dat de scheidslijnen tussen verschillende muzieksoorten dun zijn.

“Ik ga niet naar de studio met een vooropgezet idee van de sound, hoogstens van het soort nummers dat ik ga spelen. Mijn volgende plaat wordt misschien een selectie van de nummers die ik de afgelopen jaren voor andere artiesten heb geschreven. Alleen al het feit dat op die plaat pop naast jazz naast rock naast country zal staan, betekent dat het alle kanten op zal gaan. Als je aan het arrangeren bent, zit je niet voortdurend met de muziekgeschiedenis in je hoofd. Je kunt een Afro-Amerikaans ritme toepassen, of een Keltische stembuiging, maar dat realiseer je je pas achteraf. Dat is maar goed ook, want het zou je compleet verlammen.”

Wat vindt u van nieuwe muziekstromingen als techno-house en rap, die nu de popmuziek domineren?

“Het doet me allemaal niets. Techno is niet om naar te luisteren; met muziek in de compositorische zin van het woord heeft het niets te maken. Het is geconstrueerde muziek die maar één impuls afgeeft: dans! Terwijl een pompend reggaenummer of een rocksong op de radio al geweldig tot zijn recht komt, klinkt techno als een piepende spelcomputer. Het moet keihard gespeeld worden, en als je niet op de dansvloer staat, heb je er niets aan. En dan nog: een goed dansnummer moet niet alleen ritme hebben, maar ook melodie. Zoals de Motownsongs waarmee ik ben opgegroeid.”

Costello's kritiek op de moderne dansmuziek doet een beetje denken aan de reacties die de rock 'n' roll in de begintijd opriep bij liefhebbers van Beethoven en Sinatra. En aan de argumenten die de fans van symfonische rock in 1976-77 inbrachten tegen punk en New Wave. Maar voordat ik dat kan zeggen, komt het gesprek plotseling ten einde, op de manier die standaard is geworden bij interviews met popsterren: een dame van de platenmaatschappij waarschuwt dat de volgende journalist op de gang wacht. Bij het afscheid nemen is er net gelegenheid voor één laatste vraag.

In het begin van uw carrière vatte u de thematiek van uw liedjes samen als 'wraak en schuld'. Hoe zou u nu uw songs karakteriseren?

“Aha, daar zijn ze weer: the old revenge & guilt — onafscheidelijk als Stan & Ollie of Abbott & Costello. Ze achtervolgen me, zelfs na vijftien jaar word ik er nog mee geconfronteerd. Destijds was het al een onzinnige reductie; ik zei het omdat ik de voorpagina's wilde halen. Er zijn dan ook heel wat tijdschriften mee verkocht. Gelukkig heb ik dat soort reducties tegenwoordig niet meer nodig. Ik hoop dat ik zo langzamerhand heb duidelijk gemaakt dat mijn werk zich niet in een paar woordjes laat vangen.”

Elvis Costello and The Attractions: Brutal Youth (Warner Music 9362-45535).

De eerste drie Costello-albums zijn, samen met outtakes, B-kantjes en een live-registratie, onlangs in cd-box op de markt gebracht: 2½ Years (Demon Records).

-
<< >>

NRC Handelsblad, March 4, 1994


Pieter Steinz interviews Elvis Costello.

Images

1994-03-04 NRC Handelsblad page CS-01.jpg
Page scan.

Photo by Lex van Rossen.
1994-03-04 NRC Handelsblad photo 01 lvr.jpg

-



Back to top

External links