From The Elvis Costello Wiki
Jump to navigationJump to search
OOR index
—
|
Concert
TIJDLOZE POPNOSTALGIE VAN ELVIS COSTELLO
Raymond Rotteveel
20 JUL 2013
Het contrast kan bijna niet groter. Terwijl buiten de kermis in alle hevigheid is losgebarsten en Tilburg zich onderdompelt in die jaarlijkse orgie van licht en geluid, voelt de grote zaal van 013 als een oase van rust. Bij Elvis Costello & The Imposters geen aan en uitschietende lampjes, geen genadeloze dance-beats en geen suikerspinnen of schiettenten. De grote kleine man met het onafscheidelijke brilletje en hoedje houdt het sober en vertrouwt vanavond volledig op zijn meer dan imposante oeuvre. En terecht.
Ook het grote rad dat hij bij zijn vorige bezoek nog had meegenomen en aan de hand waarvan de setlist terplekke werd samengesteld (de fan draait, de band speelt het liedje) ontbreekt dit keer. Alsof Costello nog eens wil benadrukken dat je voor alle ‘gekkigheid’ buiten moet zijn en het binnen toch echt alleen om de muziek draait. ‘We hebben er nog aan gedacht om op het podium een vrouw door midden te zagen, maar we hebben toch maar besloten een paar liedjes voor jullie te spelen’, zegt Costello die de begrippen kermis en circus eventjes met elkaar verwart: ‘maar de jongleurs komen zo meteen in het tweede deel van de show hoor.’ Hij heeft het ook allemaal niet nodig, zo blijkt al snel. Niet alleen heeft hij een uiterst doeltreffende, gedoseerd spelende begeleidingsband bij zich (met toetsenist Steve Nieve als grootste uitblinker), de 59-jarige zanger/gitarist oogt zelf ook nog steeds zo gretig als een jonge hond. Geen spoortje van slijtage. Niet op de stembanden die worden opgerekt tijdens een bijtende uptempo song als Pump It Up of een melancholiek rustpuntje als Jimmie Standing In The Rain van passende diepgang voorziet. Ook geen sleet op het gitaarspel waarmee hij soepeltjes tussen jazz, blues, funk en punk schakelt.
Costello heeft een nummertje of vijf, zes nodig om warm te draaien. De niet uitverkochte 013 (het balkon blijft dicht) zucht onder Zuid-Europese temperaturen maar komt wel langzaam en zeker in de greep van de oude meester die zelf ook steeds losser wordt en onder meer vertelt over ‘kerst met Johnny Cash’ alvorens de ‘man in black’ via Cry, Cry, Cry eer te bewijzen. We zwelgen in prachtige popnostalgie als Oliver’s Army en de onvermijdelijke - maar daarom niet minder fraaie – covers She (Charles Aznavour) en Good Year For The Roses (George Jones) die Costello voor de gelegenheid te midden van zijn licht grijzende fans zingt. Een speciaal momentje dat samen met de hallucinerende reggae van Watching The Detectives tot een van de hoogtepunten van de avond uitgroeit.
Er volgt een felle finale waarin het gaspedaal goed wordt ingedrukt en waar de recalcitrante Costello nog even z’n gezicht mag laten zien. Maar het allerlekkerste heeft Costello voor het laatst bewaard. I Want You blijft een ongeëvenaarde tranentrekker die dwars door duizend zielen snijdt en iedereen op zijn of haar eigen herinneringen laat weg mijmeren. Breekbaar en in your face, monumentaal en onverwoestbaar, net als dat mannetje met het onafscheidelijke brilletje en hoedje zelf.
|
|
Photos credit to Jelmer de Haas.
|
|
|
|
External links