Oor, April 5, 1978: Difference between revisions

From The Elvis Costello Wiki
Jump to navigationJump to search
(update browser)
(+image link)
Line 68: Line 68:
[[image:1978-04-05 Oor cover.jpg|x120px|border|cover]]
[[image:1978-04-05 Oor cover.jpg|x120px|border|cover]]
[[image:1978-04-05 Oor page 05.jpg|x120px|border|page]]
[[image:1978-04-05 Oor page 05.jpg|x120px|border|page]]
<br><small>Cover and page scan.</small>
[[image:1978-04-05 Oor advertisement.jpg|x120px|border|advertisement]]
<br><small>Cover, page scan and advertisement.</small>


{{Bibliography notes footer}}
{{Bibliography notes footer}}

Revision as of 06:31, 7 December 2018

... Bibliography ...
727677787980818283
848586878889909192
939495969798990001
020304050607080910
111213141516171819
202122232425 26 27 28


Oor

Netherlands publications

Newspapers

Magazines

Online publications


European publications

-

De singlekampioen

Elvis Costello / This Year's Model

translate
   Martijn Stoffer

Wanneer een nummer een goed intro heeft, kan eigenlijk al niets meer mis gaan. Het klassieke voorbeeld in de popmuziek is wat dit betreft natuurlijk "Be My Baby" van de Ronettes: wanneer ik die eerste drumklappen (bom, bombom, baang) hoor voor verder die hele hel losbarst, ren ik nog steeds naar de radio om de volumeknop aanzienlijk naar rechts te draaien. Want dat is het geheim van het intro: uit die eerste paar maten moet je al kunnen opmaken wat je verder nog te wachten staat. En het briljante intro heeft dan ook nog dat kleine beetje extra's, wat je meteen je oren doet spitsen.

Op This Years Model, de nieuwe plaat van Elvis Costello, staan al meer van die intro's dan ik anders gewend ben in een heel jaar te horen. En dat is dan nog maar symptomatisch voor deze fantastische plaat — want dat we hier te maken hebben met één van de drie topelpees van het jaar, staat voor mij nu al vast — die ook voor het overige gekenmerkt wordt door een enorme aandacht voor het detail. In elk nummer zitten briljante loopjes, stembuigingen en andere vondsten verstopt, zonder dat dat de dan altijd op de loer liggende verbrokkeling in de hand heeft gewerkt. De plaat heeft namelijk, ondanks een grote verscheidenheid van stijlen, een geheel eigen, zeer compact geluid.

In tegenstelling tot vorig jaar, toen Elvis bij de opnamen van z'n debuut-elpee gebruik moest maken van een groep (Clover), die hij pas in de studio voor het eerst zag, heeft hij nu de beschikking over een eigen band, the Attractions, met wie hij voor de opnamen voor This Years Model al geruime tijd rond had getoerd. Nu vond ik, dat Clover zich op My Aim Is True uitstekend van die begeleidende taak kweet, maar nu ik This Years Model hoor, begrijp ik pas dat de opmerkingen van Costello, dat hij toch niet zo heel erg tevreden was over dat geluid, geen tekenen van valse bescheidenheid waren.

De ritmesectie van the Attractions zorgt voor een zeer solide basis, die op de zo langzamerhand al berucht geworden Lowe-manier is opgenomen, d.w.z. zeer prominent en kei en keihard. In principe bestaat elk nummer alleen uit de vocals van Costello met de drijvende ritmesectie er onder; wat er meer is, is gewoon versiering. En die versiering is uiterst spaarzaam, maar o zo inventief ingekleurd. Centraal daarin staat het merkwaardige geluid van het orgeltje van Steve Naieve (Naieve is al z'n tiende én fraaiste naam; vroeger stond hij ondermeer bekend als Steve Mason). Eigenlijk komt het idee om een orgel te gebruiken van Nick Lowe, die niet helemaal tevreden was over het geluid van "Less Than Zero" op de vorige plaat en daarom een heel dun en zeurend — orgeltje aan de basistrack toevoegde.

Elvis was daar heel entoesiast over en besloot ook een organist in z'n vaste begeleidingsgroep op te nemen. Vaak is het orgel slechts het verlengstuk van de ritmesectie (op "Pump It Up" bijvoorbeeld, een zeer rauwe, r&b-achtige stamper met z'on intro dat je alleen al tien keer achter elkaar kan draaien), maar soms ook cirkelt het wat nerveuzig om de melodielijn heen (op de single, "(I Don't Want To Go To) Chelsea" ondermeer), waardoor de spanning nog danig wordt opgevoerd. Het klinkt eigenlijk heel ouderwets soms — zo dun en mager, dat zij die aan het volle geluid van Garth Hudson gewend zijn, wel even een paar maal zullen moeten slikken — maar daarom ook des te meer intrigerend. Opvallend is ook het spaarzame gebruik wat er van de gitaar van Costello wordt gemaakt. Over het algemeen speelt Elvis alleen een venijnige, en uiterst functionele slaggitaar. In "This Years Girl," waarin het verschijnsel van de sexexploitatie rond dames als "Miss Gebit" Farah Fawcett vlijmscherp wordt doorgelicht, gebeurt dat bijvoorbeeld en dat nummer heeft ook weer zo'n intro.... En dan Elvis' zang, die er sinds vorig jaar ook nog aanmerkelijk op vooruit is gegaan.

Niet, dat hij een plezierige stem heeft — hij kotst zijn teksten er zo'n beetje uit — maar het is ook niet zo dat hij erg plezierige dingen te vertellen heeft. In "Night Rally" de dreigende afsluiter van de plaat, waarschuwt hij "bijvoorbeeld" zeer indringend voor het gevaar vanonderschatting van fascistische bewegingen als het National Front. ("You think they're so dumb, you think they're so funny. Until they've got you running to their night rallies").

En ook de onplezierige kanten aan de sex worden weer onder de loupe genomen. In "Lipstick Vogue," "Lip Service" en "Living In Paradise" komen de centrale thema's van El's vorige plaat, ontrouw, jaloezie en ga maar door, weer opnieuw aan de orde, zij het dat ze nu wat afstandelijker benaderd worden. Dat komt ook omdat Elvis het gevaar inzag, dat hij, wanneer hij liedjes als "Allison" zou blijven maken, een 'zielig' image zou krijgen, waar hij moeilijk meer van af zou kunnen komen. Vandaar dat hij hier ook "flinker" voor de dag komt ("Don't ask me to apologise, I won't ask you to forgive me. If I'm gonna go down, you're gonna go with me. Hand in hand"). Maar alle fraaie teksten ten spijt, het is toch vooral de muziek die het hem doet. Al begrijp je geen woord Engels dan nog is de plaat een must.

Van het complexe "The Beat" met z'n subtiele Cliff Richard-associaties ("We're all going on a summer holiday") tot aan het stevige You Beloog To Me, met alweer zo'n gouden intro, waarin een andere groep met zo'n raar orgeltje, The Sir Douglas Quintet, weerklinkt. Ach, alle twaalf nummers kunnen zo als A-kant van een single fungeren en een fantastische hit worden. En is dat niet het grootste compliment dat je een popmuzikant kan geven?

-
<< >>

Muziekkrant Oor, April 5, 1978


Martijn Stoffer reviews This Year's Model.


This Year's Model debuts at No. 10 on the album chart (page 5); Nick Lowe's Jesus Of Cool moves up to No. 7 and Live Stiffs rises to No. 13.

Images

clipping
Clipping.


Photographer unknown.
photo


photo


photo


photo


photo photo
Photographer unknown.


cover page advertisement
Cover, page scan and advertisement.

-



Back to top

External links