Elvis Costello is een songschrijver van formaat. Dat lijdt geen twijfel. Iemand, die regels schrijft als: "I said: I'm so happy I could die / She said: Drop dead and left with another guy," die kan bij mij geen kwaad meer doen. This Year's Model is een zo mogelijk nog indrukwekkender kollektie dan My Aim Is True en Elvis mag van mij weer King zijn.
De man "in concert" is echter toch iets anders. Mijn verwachtingen waren die zondagavond (16 april, Roundhouse, Londen) hoog gespannen (misschien te hoog, wie zal het zeggen) en gezien de grote opkomst was ik niet de enige. Na een uitstekende opwarm-set van de uit Southend afkomstige en nogal "bluesy" klinkende Mickey Jupp Band (met ex-Procol Mick Grabham op gitaar) kwam de nieuwe koning van Londen en omstreken onder veel geschreeuw op en begon zonder begeleidingsgroep twee gloednieuwe songs te zingen, zichzelf adekwaat begeleidend op de akoestische gitaar. Daarna kwam eerst organist Steve Naive erbij, een song later gevolgd door drummer Pete Thomas en bassist Nick Lowe (die de nog altijd geblesseerde Bruce Thomas ver ving) en toen werd het pas echt gezellig: "Waiting For The End Of The World," "This Year's Girl" en "Watching The Detectives," het ging er allemaal in als de spreekwoordelijke koek. Costello ging in hoog tempo door het repertoire van zijn beide albums heen, zonder zich al te veel om het publiek te bekommeren. De man staat echt
als een soort robot op het toneel: korte, afgemeten bewegingen, zelden iets van een glimlach of enig ander blijk van emotionaliteit. Het is Costello dodelijke ernst, dat is duidelijk. Hij is de kampioen van de opgekropte woede en de ongekanaliseerde frustraties. Prachtig, zo hoort het waarschijnlijk. Het punt is alleen dat je er na zo'n half uur à drie kwartier een beetje op uitgekeken begint te raken en wat door de zaal gaat zwerven. Bovendien heb ik er persoonlijk nogal last van, dat Elvis' enigszins nasale stemgeluid na verloop van tijd wat op de zenuwen begint te werken. Ik zal zelden zijn plaat tweemaal achtereen opzetten, bijvoorbeeld. Niet iedere briljante songschrijver is een even enerverend performer en ondanks goed ondersteunend werk van Naive en Lowe wordt er niet bijzonder veel toegevoegd aan de plaatversie van de verschillende nummers. "Chelsea," "Less Than Zero" en "Little Triggers" waren songs, waar door het publiek flink op ingehaakt werd, persoonlijk vond ik "Lip Service" en "Lipstick Vogue" ("I think that love is just a rumour") er het beste uitkomen.
Voor de toegift ("Pump It Up") kwam Rumour-gitarist Martin Belmont de groep versterken (de avond daarvoor was het Phil Lynott) en bij de tweede toegift mocht Nick Lowe zijn "Breaking Glass" en "Heart Of The City" nog eens laten weerklinken. Hiermee eindigde de avond even opwindend als hij begonnen was, maar het lichte gevoel van teleurstelling, dat me halverwege de set had bevangen, liet me toch niet meer los.
|