UTRECHT — Toen Elvis in 1977 overleed, stond een andere Elvis op, die voor de new wave-generatie het predikaat „de grootste" zou meekrijgen. Weliswaar zijn Presley en Costello wat type en uitstraling betreft geheel verschillend, maar als symbool voor de tijdgeest gaat zon vergelijking zeker op.
Een klein bebrild mannetje, dat als een ware workaholic een ongelooflijke produktie van hoge kwaliteit aflevert. Een persoonlijkheid die zich niet stoort aan welke trend dan ook, maar rustig in een continue stroom van prachtige songs de punk-, rock- en countrytraditie in zijn oeuvre samenbrengt.
Dinsdagavond speelde Costello voor een uitverkocht Vredenburg in Utrecht. Zijn concerten zijn meestal minder dan zijn platen, omdat hij wars is van de franje die nu eenmaal bij een optreden gevraagd wordt.
Dat eigengereide bleef in Vredenburg overeind, het verrassende zat hem eerder in de frisse wind die Costello door de uitvoering van oud en nieuw werk liet waaien. Als vanouds terzijde gestaan door zijn eigen trio The Attractions had hij nu vier blazers en twee zangeressen meegenomen. Aanvankelijk mondde deze nieuwe aanpak uit in een over-gearrangeerde krachttoer waarin veel van de oorspronkelijke charme verloren ging. De sobere lijn die bijvoorbeeld door „Watching the detectives" loopt ging al spoedig ten onder in een neurotische draaikolk van blazers, achtergrondzang en het kleine orkest van Costello zelf.
Direct daarop nam hij dan weer gas terug voor een sober gezongen ballade als „New Amsterdam," maar de breekbaarheid en intensiteit was je zo weer vergeten omdat er een volle lading aan muzikaal geweld aan vast werd geplakt.
Tijdens het tweede gedeelte, alleen met de Attractions, keerde de ware Elvis terug. Een verbeten stem die slechts met begeleiding van de sublieme toetsenman Steve Nieve, drummer Pete Thomas en bassist Bruce Thomas de ware bezieling kan laten voelen. „Alison" van zijn eerste elpee blijkt dan nog steeds een song van formaat te zijn die gerust tot evergreen verheven mag worden.
Zo passeerde de avond totdat tegen het einde de voltallige band weer het podium bevolktevoqr een bruisende finale waarin Costello zijn affiniteit met de soul in een verrassende reeks toegiften samenbalde. De afstandelijkheid verdween, Vredenburg kreeg een geheel andere Elvis te zien die vol verve zijn eigen klassieker „Pump it up" tot Motown-klasse opblies.
Daarmee bewees hij na zoveel jaren alsnog in staat te zijn zich te profileren als een boeiende liveartiest. Punch the clock heet Costello's nieuwste plaat die in Utrecht met songs als „Shipbuilding" en „Every day I write the book" niet werd vergeten. Met dit concert bewees hij het gevecht tegen de klok aan te kunnen; Costello heeft nog niets aan actualiteit ingeboet.
|