“Ik ga geheel op mijn intuïtie af. Ik heb geen theoretische kennis van muziek. of praktisch geen. Alles wat ik weet is het resultaat van intensief luisteren”
“Soms kijken muzikanten je wel eens grappig aan, vooral blazers doen dat. Die zjn wit traditioneler opgevoed. Vragen ze: wil je werkelijk die noot hebben?
Ja, die noot wil ik hebben, zeg ik dan. of dat gestapelde akkoord. Ik heb er geen verstand van, mast ik heb wel oren aan mijn kop’.
Op een van de mooiste composities van zijn recente, twaalfde studio-album 'Spike’ laat de inmiddels 35-jarige Costello bijvoosbeeld een brassband uit New Orleans opdraven. The Dirty Dozen Brass Band klinkt op ‘Stalin Malone’ niet alleen als eon orkest uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten. het wordt ook nog eens omgevormd tot een blazersensemble van Europese oorsprong. De muzikale analfabeet
Costello wilde het zo. Gewoom, op intuitie. en het klinkt prachtig.
Openhartiger
'Spike’ is Costello’s omvangrijkste project tot dusverre. Samen met producer T Bone Burnett heeft hij 32 muzikanten gecharterd voor een muzikaal-kaleidoscopische aanpak, die nu eens het felle anti-Thatcher lied 'Tramp the Dirt down’ op levert (Als ze je eindelijk begraven, zal ik de aarde aanstampen”) en dan weer een opgewekt Iiedje over de ouwe vrijster Veronica. Er is te veel om op te noemen, want Spike is een hoogtepunt in een toch al opmerkelijk repertoire.
Costello is een veel openhartiger man geworden dan in de jaren waarin hij werd vereenzelvigd met de Britse punk of waarin hij enig szins blozend Amerikaanse country of Motown nazong. Echt vertrouwelijk wordt hij nooit, maar de argwanige cynicus van weleer heeft plaats gemaakt voor een aanstelijk verteller, Zonder schroom wijst hij op het hotelbed: Mijn monstertje Cait is Amsterdam in. terwiji aan een Spa zitten Nou ja, dit is een vak”.
|