Toen in 1977 de punkgolf losbarstte en het hele gesettlede popgebeuren op zijn kop zette, trokken met name bands als de Sex Pistols en de Clash de aandacht. Bijna stiekem schoof er een zwaar bebrilde excomputerprogrammeur tussen de stekelkoppen en haarspeldmuzikanten. En aan het eind van dat jaar kozen de gezamenlijke critici My aim is truc tot de elpee van het jaar. Niet dat de punks zaten te wachten op roem van dit popestablishment, maar toch...
Maker van dat album was Elvis Costello, toen 22 jaar. Korte, puntige songs in de beste traditie van de Engelse popmuziek. Zes jaar en zeven elpees later is Costello nog steeds een muzikant van formaat. En, hoe vreemd het ook mag klinken, nu pas echt aan het doorbreken. Hij heeft zojuist een succesvolle tournee door de Verenigde Staten achter de rug en degenen die de laatste Rock-Palastnacht op de Duitse televisie hebben gezien, weten waar ik het over heb.
Dinsdagavond trad Costello aan in het Utrechtse Muziekcentrum. Met zijn al sinds jaren vaste begeleidingsband The Attractions en als nieuwigheid een blaaskwartet en twee soulvolle zangeressen.
Het kleine manneke, na zijn eerste verschijnen werd hij door OOR een kruising genoemd tussen Buddy Holly op acid en een zwaar rockende Koot, liet er vanaf het eerste nummer geen twijfel over bestaan wat zijn bedoelingen waren met dit optreden: met knalharde soul werd het publiek onderuit gehaald. Af en toe kreeg het de gelegenheid op adem te komen met verstilde ballads, je kon dan ook een speld horen vallen, maar verder: swingen.
Costello bracht een dwarsdoorsnede van zijn repertoire, variërend van het van de eerste elpee afkomstige, subliem uitgevoerde „Allison" tot het van Punch the Clock en van single bekende „Everyday I Write the Book." Over uitschieters praten is moeilijk na een concert van iemand met zon consistent oeuvre, misschien Shipbuilding, een kritisch nummer over de Falkland-oorlog.
Het optreden werd besloten met het oude „Pump It Up." Tijdens dit nummer stelde Costello de band voor op een manier waarbij ik aan de Blues Brothers moest denken. Een compliment?
|