U kent My Way van Frank Sinatra? Zong ol' Blue Eyes dan ook de originele versie van die veel gekopieerde song? Nee, Sinatra coverde. Het origineel is een Frans chanson, Comme d’Habitude van Claude François, dat in 1969 werd vertaald door Paul Anka. Sinatra zong dus niet eens de eerste Engelstalige versie van het lied dat sindsdien door Elvis Presley, Nina Simone, Sid Vicious, Leen Huizer en nog enkele honderden werd uitgevoerd. Iedereen deed 't op zijn of haar manier, maar toch is er maar één de originele.
Op Costellos zestiende (!) studioplaat (de talloze verzamelaars niet meegeteld), staan uitsluitend covers. Elvis - zijn Bühne-naam is al een cover van die van Presley - zingt, geestdriftig begeleid door tal van grown uit bet vak, songs van Little Richard, Creamin’ Jay Hawkins, Bob Dylan, Ray Davies, Randy Newman, Willie Dixon, het duo Burt Bacharach & Hal David. De oudste kopie is een typisch bigbandnummer uit 1930: The Very Thought of You, geschreven door de Britse orkestleider Ray Noble en onvergetelijk gemaakt door Nat King Cole.
Wir goed heeft gelezen is hierboven het synoniem kopie opgevallen. Een cover is echter geen kopie. Als het goed is, mag cen cover nooit een, vooral simpele kopie zijn van bet origineel. Door een artiest te coveren wordt hem of haar lof toegezwaaid, maar dat is nict te bereiken door het voor beeld klakkeloos te reproduceren. Nu had Sinatra natuurlijk nooit het idee een hem voislagen onbekend Franse componistenteám te eren. De tekst van Anka zat Frankieboy echter als gegoten en hij zong My Way vervolgens zo geloofwaardig dat de inhoud van het lied met hem- het in een arm Italiaans emigrantengezin opgegroeide schoffie dat multimiljonair werd in Amerika - werd geassocieerd.
ANDERE BEDOELING
Met Kojak Variety had Elvis Costello een jets andere bedoeling.., Natuurlijk wilde ik laten horen welke mooie songs mij aanspreken en wat ze voor mij betekenen”, zegt hij aan een ongestoorde lunch op een dag dat zijn agenda eigenlijk overstroomt van andere bezigheden. Zoals de organisatie van en de programmering voor een speciaal concert van het London Philharmonic Orchestra en bet uitspreken van voetbalcommentaren bij een wedstrijd in de Serie A voor bet Britse TV-station Channel Four.
“Maar het is vooral bedoeld als ode aan de luisteraar en verzamelaar. Zolang ik platen koop. kom ik songs tegen die me troost schenken, me onnoemelijk veel plezier geven en me soms zelfs door heel moeilijke levensfases hebben geholpen. Goede liedjes zijn als verkeersborden langs je levensweg.”
Misschien moet je wel naar België voor de ware liefhebber. Via Omroep Brabant maakte de verwoe de verzamelaar Arnold Rypens tijdens de jaren
tachtig een dicht beluisterd programma, Domino The Originals. Rypens ging via covers op zoek naar de originals, of andersom en prikte en passant vele
Iuchtballonnetjes door. Zo is het origineel van het klassieke chanson Les Feuilles Mortes niet van Juliette Greco of Yves Montand maar van de onbekende
Cora Vaucaire. Hound Dog is niet van Presley, maar van Big Mama Thornton. En zo verwarde ene George Harrison het begrip cover met plagiaat en kopieede He’s so Fine van The Chiffons met My Sweet Lord. De rechtszaak nam vele maanden in beslag.
Tegenover me zit echter Costello, een man die zeif veel is gecoverd en zoveel liedjes in voorraad heeft dat hij nauwelijks songs van anderen zou hoeven zingen. Toch leerde hij aan de hand van A Good Year for the Roses (eerste uitvoering: George Jones) dat zelfs, of rnisschien wel juist, de melancholie van de countrymuziek hem als Ierse Brit veel had te zeggen. Soms moet je kleren van een ander aantrekken om te zien wat je nog meer staat. Op Kojak Variety dateert de garderobe uit songs die alle tussen 1930 en 1970 zijn geschreven. Elvis: ,,Natuurlijk zijn er ook na dietijd
|