Sommige artiesten hebben de
naam „moeilijk" te zijn. Wispelturig,
eigenwijs, onhandelbaar tot
„niet mee te werken " zijn etiketten
die door hen die dagelijks met
grote sterren omgaan, worden opgeplakt.
Zo wordt een beroemde
Amerikaanse zangeres, die onlangs
na jaren weer eens in Nederland
was, door medewerkers van
de platenmaatschappij „het beest"
genoemd. En geloof me, dat een artiest
er echt wel het een en ander
voor moet doen wil een dergelijk
predikaat aan zijn naam verbonden
raken.
Eerder beschreven zangeres besloot
bijvoorbeeld op het laatste
moment niet te zingen in een
televisie-uitzending,
waar iedereen
dat van haar had verwacht. Dezelfde
zangeres verscheen niet op het
welkomstdiner dat men haar bereid
had en waarvoor men speciaal
een kasteel had afgehuurd. Het
grote aantal koks die dagen hadden
besteed aan de voorbereiding van
het diner zouden die avond het
voedsel onaangeroerd op de schalen
afvoeren.
Het publiek merkt van deze onaangename
grilligheden over het
algemeen weinig. Het blijft meestal
achter de schermen van de
showbizz verborgen. Naast deze
onvermoede grilligheden waar enkele beroemdheden zich een opmerkelijke
reputatie mee hebben
verworven, ontstaat er tussen artiest
en maatschappij soms een
spanning over de te volgen artistieke
lijn.
Deze onenigheden die niet vergeleken
mogen worden met de vorige,
kunnen soms aardig oplopen.
Reken maar dat men bijvoorbeeld
bij de maatschappij waar Elvis
Costello zijn repertoire heeft ondergebracht, vreemd opkeek toen
„de meester" zijn nieuwe plannen
bekend maakte. Elvis Costello
heeft er heel wat jaren over gedaan
om zijn bekendheid op te bouwen.
Jarenlang leurde hij met demotapes,
maar geen maatschappij
zag lets in de introverte, nauwelijks
aanwezige klerk, die vertelde
dat hij de nieuwe pophero was.
Uiteindelijk kreeg hij gelijk toen
een kleine enthousiaste
produktiemaatschappij
hem een kans gaf.
Elvis Costello groeide in enkele jaren
uit tot een gewaardeerde antiheld
van de new-wave. Van Europa
tot Amerika was men
geïnteresseerd
in deze punky persoonlijkheid,
die vooral in intellectuele
popkringen een warm onthaal
kreeg.
Elvis Costello was beroemd en
succesvol na jaren van verbeten
vechten en doorzetten. Verbazing
zal er dan ook op de gezichten van
zijn omgeving hebben gestaan toen
hij onlangs verklaarde zijn repertoirekeuze
drastisch te wijzigen.
Geen eigen composities meer, vol
spitse satire, maar sappige smartlappen
uit de rijke voorraad van
het bestaande Amerikaanse country
& western repertoire.
Sommige dachten dat Costello
niet goed bij zijn hoofd geworden
was. Zo waren ze ervan overtuigd
dat de rebelse popheld zijn ondergang
tegemoet ging. Met Costello
viel niet te praten. Het doek was
gevallen vond hij. De nieuwe Costello
zou een andere worden en als
zijn fans die stap niet konden volgen:
jammer voor ze! Costello verdween
naar Nashville en vervaardigde
daar zijn nieuwe elpee Almost Blue.
En ziedaar. Hij kreeg nog gelijk
ook. In de hitlijst van vandaag treffen
we „A good year for the roses",
waarmee Elvls' nieuwe stijl tegen
de verwachting van zijn naasten
in, geaccepteerd is door het publiek.
Elvis Costello deelt niet het
gevoel van opluchting van zijn omgeving,
die hem zijn eigenwijsheid
aanvankelijk zo sterk verweten.
„Ik ga mijn eigen gang. Ze bekijken
het maar," is zijn motto voor
de komende Jaren.
|