Dat de wereld er een hoogst interessante nieuwe songwriter bij had gekregen, wisten we in 1977 al, toen ene Elvis Costello debuteerde. Zijn eerste elpee My Aim Is True sloeg temidden van het toen heersende punkgeweld in als een bom. De mogelijke twijfel dat het hier een gedreven eendagsvlieg betrof, werd voorgoed weggenomen toen het vervolg verscheen. Elvis Costello ontpopte zich dan ook binnen de kortste keren als een intelligent en niet te stuiten fenomeen. Ook ongrijpbaar zeker toen hij op eigenzinnige wijze met stijlen begon te goochelen.
Nu, zes jaar en acht elpees later, blijkt Costello een muzikale vorm te hebben gekozen die zeer inspirerend werkte tijdens zijn concert gisteravond in Utrecht. De koerswijziging diende zich al aan op de laatste elpee Punch The Clock, waarop Costello zijn vaste trio The Attractions aanvulde met vier blazers en twee zwarte backing-zangeressen om zijn songs van een volvette soul-saus te voorzien. Nu hij met dit gezelschap ook de podia betreedt, krijgt zijn muziek ook live een onstuimige dimensie, waardoor dit concert naar een nieuwe hoogte werd gestuwd.
Costello's afwisselend cynische en hyper-romantische songs waren natuurlijk al eerder in stilistisch verschillende jasjes gegoten. Met een verbazingwekkende kennis van de popmuziek vlocht hij achtereenvolgens invloeden uit de Mersey beat, Motown en de country in zijn songs. Voor die laatste stijl ruimde hij zelfs een heel album (Almost Blue) in, waarop hij al zijn sentimenten de vrije loop liet. De aanvankelijke verwarring was snel geweken, toen bleek dat het hier slechts een incident betrof. Niettemin begon Costello's gejaagde uptempomuziek langzamerhand aan een zekere voorspelbaarheid te lijden, waar nu geen sprake meer van is. Na het voorprogramma (The Dutch) zorgde hij anderhalf uur voor vuurwerk op hoog niveau. Als een wervelwind raasde hij door zijn repertoire; vol overgave. De openingssong „Let Them All Talk" werd nog wat ontsierd door te zwaar koperwerk, maar later werd de balans beter. Trompettist Dave Plews, de saxofonisten Jeff Blythe en Paul Speare, trombonist Jim Patterson en de backing-koortjes stuwden met name „Possession", „Watching The Detectives" en „Watch Your Steps" naar opwindende, nieuwe uitvoeringen.
Niet minder fraai overigens toonde Costello zijn vocale kwaliteiten in een droefgeestige ballad als „New Amsterdam". Na een half uurtje kreeg Costello louter met zijn Attractions de ruimte, waaruit met name de kracht van toetsenman Steve Nieve bleek. Ook toen vond Costello de juiste balans door het razende up-tempowerk af en toe te temperen met subtiele composities als „Shipbuilding". Gesteund door de voltallige band werd het slot ingezet. Dampend en swingend, met als hoogtepunten „Alison" en „TKO (Boxing Day)". De bezielde sound die Costello ermee creëerde was dermate opwindend dat hij pas na twee toegiften mocht vertrekken.
|